Het onderwerpen van Jagai en Madhai door Heer Caitanya





KRISHNA EN

DE ZINGENDE FILOSOOF


De filosofie en de muziek van de C a i t a n y a - v a i s h n a v a ' s
gearrangeerd voor Harmonium & zang
 
 

VOORWOORD

God is, volgens het nederlands woordenboek, het alomtegenwoordig, machtig en aanbiddelijk wezen. Heer K r i s h n a, degene die de Bhagavad Gîtâ, het Lied van God, formuleerde, staat bekend als de Hoogste Persoonlijkheid van God. V a i s h n a v a ' s zijn toegewijden van Heer V i s h n u , God de behouder, K r i s h n a. De essentie van de boodschap van de v a i s h n a v a ' s in Nederland, die ook wel de C a i t a n y a - v a i s h n a v a ' s worden genoemd en de b h a k t i - y o g a volgens de geestelijke erfopvolging hooghouden, is te komen tot toewijding tot Heer K r i s h n a. Heer K r i s h n a daalde in 1486 neer, incarneerde zegt men ook wel eens, in de gedaante van Heer C a i t a n y a-M a h â p r a b h u (spreek uit: Tsjétanja). Eigenlijk incarneert Heer K r i s h n a niet, omdat de Hoogste Persoon boven de natuur staat; de meester van de Y o g a, y o g i s h v a r a, de Ongeborene of A j a is. K r i s h n a wordt als zuiver transcendentaal gezien en Hem als materiëel of gewoon 'geincarneerd' beschouwen zien de toegewijden van de Heer als een overtreding. Heer C a i t a n y a is dus een a v a t â r a, of nederdaling van Heer K r i s h n a.

De nederdaling van K r i s h n a op aarde hield een grote reformatie in, zowel vijfduizend jaar geleden als in 1486. Vijf millenia geleden kwam K r i s h n a om de aarde te verlossen van een grote last aan heersers die door bezitsdrang en valse verbeelding voor de mensen een ware plaag geworden waren. In de zestiende eeuw kwam K r i s h n a - C a i t a n y a, zoals Hij ook wel wordt genoemd, om de wereld te verlossen uit de greep van de droge boekengeleerdheid. De priesters met hun machtsverbeelding werden door Hem bevrijd van de illusie van beheersen en genieten en kregen daarvoor in de plaats de vernieuwing van de wetenschap van de toewijding tot God, ookwel de b h a k t i - y o g a genoemd. Voor Nederland is het zeer belangrijk te beseffen dat de reformatie, zoals ook door de christelijkheid ondergaan, niet een reaktie is van een opstandige rebelse priester of iets in die geest. Het is de wil van de Hoogste Persoonlijkheid van God zelve die ons heeft geïnspireerd. Het katholicisme moest het kruis van de reformatie onder ogen zien en allerlei christenen moesten zwaar boeten voor de onwetendheid niet zelf de Reformator te zijn. In feite zijn alle christelijk gereformeerden zonder het zelf te weten aanhangers van de transcendentale persoon van de verbondenheid met God door toewijding: Heer C a i t a n y a. Heer K r i s h n a-C a i t a n y a predikte het Lied van God, de B h a g a v a d_G î t â en het verhaal van de toewijding tot God, het Srîmad Bhâgavatam genaamd (letterlijk: het mooiste over Hem die fortuinlijk is), een boek qua status te vergelijken met de christelijke bijbel (hierna aangeduid met B.G. en S.B. waarvan nu op het internet een vertaling).

De leraar in erfopvolging, de z.g. â c â r y a, van S w a m i_S u h o t r a_M a h â r â j, aan wie dit boek is opgedragen, S w a m i_B h a k t i v e d a n t a P r a b h u p â d a, heeft een zeer uitgebreide vertaling met een commentaar het licht laten zien. Zijn G î t â dient als basis voor dit schrijven dat moet worden gezien als ' v i - b h a g a v i t', ofwel een aanpassing aan tijd en omstandigheden. Hoewel van de traditionele 'melodie', de v e d i s c h e conclusie of v e d a n t a van de prediking niet wordt afgeweken is dit schrijven vol van allerlei soorten van begeleidende tekst en aanpassing van de 'toonsoort'. Wie aanstoot neemt aan de compositie van de tekst vraagt de schrijver dezes om vergeving.

[Voor de Internet editie is er een lopende vertaling van de Gîtâ aan de teksten toegevoegd die de vertaling van Prabhupâda parafraseert en integreert. Voor de volledige versie van deze vertaling ga naar: De Bhagavad Gîtâ van Orde.]

B h a k t i is iets exotisch voor Nederlanders, en draagt een sektarisch tintje vanwege de onbekendheid, hoge inzet en vasthoudendheid waarmee het heeft moeten vechten voor een plaatsje in onze samenleving. In Nederland werden tempels gebouwd en weer afgebroken. We zijn nu een generatie verder en vele toegewijden staan voor de opdracht op een ontwikkelde manier het geloof te belijden. Swami Prabhupâda maakte duidelijk dat fanatisme voortkomt uit een gebrek aan filosofie, terwijl een teveel aan filosofie een vorm van liefdeloosheid of gebrek aan b h a k t i betekent. Evenwicht en matiging zowel wat betreft de filosofie als wat betreft de b h a k t i zelf is dus in feite de boodschap. Dit is de taal die we in Nederland lijken te moeten spreken als we het over een 'nieuwe aanpassing van de wetenschap van God' willen hebben. Dat is conform de religieuze tolerantie waar Nederland haar ziel in gevonden heeft.

De eerste vraag die zich voordoet is die van het waarom. Waarom hebben we K r i s h n a-C a i t a n y a nodig, wat geeft Hij ons dat het christendom ons niet gegeven heeft? Het antwoord is simpel en eenduidig: K r i s h n a. K r i s h n a is gelukzaligheid, eeuwigheid en bewustzijn, ookwel s a t - c i t - â n a n d a genaamd. Betekent dit een nieuwe afhankelijkheid? Bladerend in de C a i t a n y a - c a r i t â m r i t a, het 'nieuwe testament' dat de aktiviteiten en de leer van Heer C a i t a n y a beschrijft, op zoek naar een geschikt citaat om dit boek mee te kunnen beginnen, sprong een uitspraak naar voren van Heer C a i t a n y a die nauw aansluit bij wat Hij in dit Lied van God gezegd heeft (3.18) over zelfstandigheid van toegewijden:

'Een toegewijde die niet afhankelijk is van anderen, maar zich uitsluitend op Mij verlaat, die zowel innerlijk als uiterlijk rein is, die expert is, onverschillig naar materiële dingen toe, zonder zorgen, vrij van alle pijnen en afwijzend staat tegenover alle vrome en onvrome ondernemingen is mij zeer dierbaar' (M.l. 23.109).

Hoewel dit niet het belangrijkste vers is van Heer C a i t a n y a zijn prediking, is dit toch wel op zijn plaats wat betreft Nederland. Het is het rechtstreekse advies van de Heer dat we ons niet te druk moeten maken afhankelijk te zijn, dat we zuiver, kundig en onmaterialistisch, onbezorgd en pijnloos moeten leven terwijl we het gewoon rustig aan moeten doen met de ondernemingslust. Bij verdere bestudering van dit boek is het goed om het vers in gedachten te houden dat wèl als één van de meest belangrijke door Heer C a i t a n y a wordt geacht: het z.g. Atmârâma-vers uit het S' r î m a d_B h â g a v a t a m. Het luidt als volgt:

' De wonderbaarlijke kwaliteitenvan de Heer zijn van een dergelijke aard dat ondanks het feit dat men behagen schept in de ziel, zowel de gewone man als de wijzen vrij van alle materiële bindingen, zuivere toegewijde dienst verrichten ter wille van de Grote Avonturier.'

H a r i, de Persoonlijkheid van God, wordt K r i s h n a genoemd omdat hij zulke transcendentale aantrekkelijke eigenschappen heeft' (S.B. 1.7.10). Gelatenheid en zelfgenoegzaamheid wat betreft onze christelijkheid vormen dus geen wezenlijke hindernis op de weg naar de verdieping van het geloof en het verwezenlijken van een zinvolle bevrijding: bovenzinnelijke liefde voor K r i s h n a.

 

Voordat we Heer K r i s h n a de oorspronkelijke boodschap van de verbondenheid met God door toewijding, de b h a k t i - y o g a, laten spreken, is het goed eerst een aantal onderwerpen te bespreken die van groot belang zijn bij het begaan van het pad.

Ten eerste : b h a k t i - y o g a is de hoogste vorm van y o g a. D.w.z. in deze y o g a vindt de y o g i zijn vervolmaking. De y o g a heeft een beetje een vieze bijsmaak gekregen door het feit dat allerlei onheuse lieden er hun krachten aan ontleend hebben en de geschiedenis van de mensheid verduisterd hebben door hun machtsillusies bot te vieren. Het noemen van namen laten we maar even buiten beschouwing. Resultaat van dit feit is echter wel dat de y o g a op zich, zoals wij die in Nederland hebben leren kennen in de twintigste eeuw, in de vorm van h a t h a - y o g a (lichaamsoefeningen) en j n â n a - y o g a (filosofie), geen rechtstreekse liefde van God voor de naaste inhoudt. Het is wel liefde voor God, maar niet echt wat we de naastenliefde in christelijke zin als de bereidheid zich voor anderen op te offeren, noemen. B h a k t i - y o g a is de wetenschap van de naastenliefde. De oorspronkelijke boodschap van K r i s h n a luidt dat we in de geestelijke staat God herkennen in ieder levend wezen en derhalve geweldloos door het leven gaan in toegewijde dienst. Het is goed een houding van dienstbaarheid naar alle levende wezens te ontwikkelen. In die zin dus naastenliefde in de breedste zin. Uiteraard houdt dit in dat de serieuze beoefenaar van de verbondenheid met God, de y o g a, geen vlees, vis en eieren nuttigt. Ook betekent dit dat we niet een koe aan een hond of kat gaan voederen. Gehechtheid is zoals altijd het grote struikelblok om K r i s h n a te leren kennen. We kunnen Zijn geluk niet vinden, Zijn bewustzijn en Zijn eeuwigheid (continuering,behoud), als we niet willen loslaten. Y o g a is en blijft gewoon loslaten en doorzetten; v a i r â g y a en a b h y â s a.

Ten tweede: we moeten niet in ons eentje aan de slag gaan. Zelfstandigheid is belangrijk; geen symbiose, onderwerping en dweperij. Dat voorop. Willen we echter voorkomen dat we de kontrole verliezen met de door het leven opgewekte aandrift, dan moeten we steeds zorgen dat we ons in verbinding stellen met mensen met meer ervaring, g u r u ' s en s â d h u ' s, ofwel geestelijk leraren en toegewijden, die natuurlijk in een traditie en een sociaal verband moeten staan, ofwel de geestelijke erfopvolging. Zoeken we verlichting zonder die verplichting, dan dreigt er geestesziekte. Het probleem van het jodendom b.v. kon niet door fascisme worden opgelost, maar alleen door trouw aan de door Jaweh gedane belofte van het Beloofde Land. Schizoïde -ismen, waartoe ook het realisme (van geen wonderen willen weten) en het fundamentalisme (een filosofisch gebrek) behoren, kunnen niet alleen collectief ontaarden in massapsychotische oorlogsvoering, maar ook individueel ontaarden in psychiatrische behoeftigheid. Daarom moeten we ook heel voorzichtig zijn met die politici en therapeuten die in feite jaloers zijn op K r i s h n a en daarmee zichzelf, hun eigenbelang, niet in Hem kunnen herkennen. Eigenlijk is dit boek speciaal voor hen geschreven. Genezen we als dienst- en hulpverleners niet van de machtsziekte, dan kunnen we nooit de wereldvrede bewerkstelligen. Therapeuten moeten K r i s h n a, als ze geluk en niet ongeluk willen brengen leren zien als hun Supervisor, Superego en Superziel. Mensen die er op hun eigen houtje wat van maken worden in de b h a k t i bestreden als zijnde niet-bona-fide en soms als illusiegangers ( m â y â v â d i ' s). De houding tegenover de meeste zelfstandig opererende guru's (e.d.) is dan ook categoraal afwijzend. Ookal zijn ze nog zo goddelijk en positief over K r i s h n a. Ook hier noemen we maar geen namen. Het nut en de functie van dergelijke leraren moge duidelijk zijn. Langs een snelweg staan verkeersborden, maar het is beslist niet de bedoeling daarbij halt te houden en te denken dat met die actie het doel bereikt is.

Een derde punt van levensbelang is de eenheid van Christus en K r i s h n a. Christus is een incarnatie van God die zich als een individuele ziel onderscheidt van God de Vader. De Vader is één met Christus, maar Christus is niet gelijk aan de Vader. Christus is de Zoon. K r i s h n a is de Vader, zoals Hij in de B h a g a v a d_G î t â, het Lied van God, uitlegt (9:17 pita aham asya jagatah; Ik ben de Vader van dit universum...). Dat vaderschap moeten we heel letterlijk nemen. K r i s h n a trad niet alleen op als de geestelijke vader van A r j u n a , in dit boek, Hij had ook talloze vrouwen en nog meer nageslacht en staat bekend als een huishouder (g r i h a s t h a) die van de kost leefde door demonen een kopje kleiner te maken, of ze nu achter Hem aanzaten, of Hij achter hun aan. K r i s h n a is de grote held, de heiligheid, van de rechtgeaarde, religieuze sexuele liefde en de eer en glorie van de v e d i s c h e cultuur ( v e d i s c h: op geestelijke kennis gebaseerd).

Met K r i s h n a leren omgaan betekent met sex leren omgaan.Dat is het vierde belangrijke punt. Versobering ( t a p a s y a) hoort bij de y o g a, maar het categoraal afwijzen van iedere zinnestreling is uit den boze. K r i s h n a-bewustzijn beoogt regulatie, niet een verbod. De y o g a kent ook geen tien geboden, wel regulerende beginselen. Voelt u zich sexueel aangetrokken en wilt u zich laten gaan, dan vraagt K r i s h n a eenvoudig goede afspraken te maken met niet alleen elkaar, maar ook met ouders, religieuzen en andere betrokkenen. De les is eenvoudig: zonder goede afspraken raken we in de war, in de waan en in de waanzin.

K r i s h n a betekent ten vijfde het einde van alle machtsillusies: Hij stelt zich eerder wat afzijdig of neutraal op (trekt zich terug in 'Dvârakâ', Zijn stad in zee) en stelt zich tussen de strijdende partijen op (zoals met A r j u n a)en vindt het niet zo erg als mensen via enorme omwegen tot Hem komen. Uiteindelijk zoekt toch iedereen het geluk, terwijl K r i s h n a het geluk Zelve is. Dus, waar men ook mee bezig is, het gaat er slechts om dat we ons in Zijn richting bewegen. Onze gehechtheden, 'zonden', inclusief de slechte gewoonten, slijten uit puur enthousiasme voor de toegewijde dienst aan K r i s h n a vanzelf weg. Het is aangewezen het hoofd koel te houden en ontspannen te zijn ('onaangedaan' en 'zonder begeerte'), anders zijn de soms heftige gevoelens van de (b h a k t i) y o g a niet te verdragen. Er is dus geen sprake van het vervolgen van zondaars of het zitten therapeuteren in elkaars ziel. Mensen zijn per definitie in het K r i s h n a -bewustzijn verschillend. K r i s h n a Zelf is de eenheid in die verschillen naar de leer van Heer C a i t a n y a en de G î t â.

Een zesde belangrijke invalshoek is die van de superioriteit van het onpersoonlijke. De lege ruimte is zonder meer superieur, niets is vrijer dan dat. Maar in de b h a k t i staat verlichting niet voorop, het is een bijprodukt, danwel een middel. De binding van personen met één persoon staat voorop. K r i s h n a-bewustzijn neigt tot personalisme, in een fanatieke bui is alle onpersoonlijke kennis gezwets. Maar na de vermoeienissen kan dat onpersoonlijke best even interessant zijn of zelfs van levensbelang. In feite is de perfekte toegewijde iemand die het persoonlijke en onpersoonlijke in evenwicht houdt.

Punt zeven: K r i s h n a is onbaatzuchtig. Toegewijden kunnen heel enthousiast zijn met het binnenhalen van donaties; daar moeten echter geen misverstanden over bestaan. Baatzucht is tegengesteld aan het idee van toegewijde dienst. Iedere toegewijde komt simpel aan de kost door zich op een gezonde wijze, overeenkomstig de eigen aard, sociaal aan te passen, of het nu is binnen een klooster, een normale werkkring of de sociale dienst. Een mens doorloopt ontwikkelingsstadia en daar hoort een wisselen van de bron van inkomsten bij. Dat alles is heel normaal. Mensen die zich niet goed weten aan te passen lopen dan ook het grootste gevaar buiten de (economische) boot te vallen. Het spreekt vanzelf dat geld zoveel mogelijk in toegewijde zaken gestoken wordt en er niet mee gegokt wordt.

Voor de verschillende afdelingen van het geestelijk leven (de z.g. â s r a m a ' s) geldt ten achtste: er is niet een voorkeur voor het celibaat of voor de gehuwde staat, de onthechte staat of het teruggetrokken leven. Er is een voorkeur voor de regulerende beginselen. Als men zich aan een zekere standaard houdt, dan zijn de mogelijkheden en de tolerantie veel groter: zowel gehuwden als celibatairen prediken en spelen de rol van leraar, priester of zanger. Zoals bij het voorgaande onderwerp; men doorloopt deze afdelingen in een mensenleven, evenzogoed als er tussen de verschillende maatschappelijke klassen openheid bestaat in de v e d i s c h e cultuur. De starre kasten van het ons bekende India zijn niet van toepassing op lieden die zich met b h a k t i bezighouden. Als iedereen zich aan de spelregels houdt zijn allen gelijk berechtigd. Het is ook niet verwonderlijk dat vóór Heer C a i t a n y a men reeds bezig was in India met de prediking van deze bevrijding door regulerende principes. Het kastenstelsel is een bijprodukt van een heel oude cultuur. Lang volgehouden familietradities leveren zo'n samenleving op.

Het leven bestaat uit bidden en werken. B h a k t i of toewijding betekent plezier krijgen in het gebed. Het gebed wordt je werk en je werk wordt een gebed. De muzikant leert een carrière op te bouwen in toegewijde dienst en een schrijver zijn 'apollinische gebeden' op te zenden naar het z.g.'superego': K r i s h n a. De behoefte aan catharsis wordt een gezamenlijke vreugdedans al zingend: H a r e_K r i s h n a_H a r e_K r i s h n a _,_K r i s h n a_K r i s h n a _, H a r e_H a r e , _ H a r e _R â m a_H a r e_R â m a,_R â m a_R â m a_H a r e_H a r e . Zolang het 'ik' K r i s h n a, K r i s h n a zegt is duidelijk dat er verbondenheid is. Dit negende punt dat vreugde het nare van het idee van bidden en werken wegneemt is er de reden van dat dit boek bestaat uit zowel filosofie als uit arrangementen van K r i s h n a -melodieën. Dan begrijpt menigeen al deze woorden veel beter: een filosofieboek om samen muziek te maken.

Tot slot dit: dit schrijven heeft geenszins op het oog de overige literatuur op dit gebied te vervangen, en zeker niet de B h a g a v a d_G î t â van S w a m i P r a b h u p â d a. Dit blijft natuurlijk het standaardwerk voor iedereen die gevorderd wil raken in toegewijde dienst aan K r i s h n a.



 

 





K R I S H N A   E N   D E   Z I N G E N D E   F I L O S O O F


 

I n l e i d i n g

 

Onze lieve Vader die in de Hemel zijt,

Uw naam worde geheiligd,

Uw rijk kome,

Uw wil geschiede op aarde zoals in de Hemel.

Geef ons heden ons dagelijks brood,

vergeef ons onze schulden, zoals wij ook anderen hun schuld vergeven,

leidt ons niet in bekoring,

maar verlos ons van het kwade, Amen.

 

Dit is een heel mooi christelijk gebed. Voor de b h a k t i is dit echter een beetje te onpersoonlijk, want wie is nu God de Vader; en te lang en ingewikkeld; in een emotionele bui ben je zomaar de woorden kwijt. Het is in de y o g a ook niet de bedoeling om op de eerste plaats gevoelens voor God weg te smeken, ookal zijn er in dit boek v a i s h n a v a-liederen in die trant. In de toewijding tot God de Vader, K r i s h n a (Hij zegt Ik ben de vader in de Bhagavad Gita) zegt men om te beginnen drie woorden, meer niet: K r i s h n a (de al-aantrekkelijke), Râma (de oneindig gelukzalige of hoogste genieter) en Hare (de liefde van- of de energie van-). Het idee is dat met het herhalen van de heilige namen R â m a en K r i s h n a, de gehele persoon van God voor de geest wordt gehaald en dan vanzelf duidelijk wordt wat onze emotionele relatie met Hem is. Het K r i s h n a -gebed wordt een m a n t r a genoemd; d.w.z. een zinspreuk die ons de concentratie geeft die we nodig hebben om in liefde te kunnen leven. Gebruiken we die m a n t r a niet, dan zijn we niet goed geconcentreerd, dwalen onze gedachten af naar andere personen en situaties dan die van de b h a k t i en raken we in de ban van de begoocheling der materiële wereld ( m â y â).

Het z.g. chanten kan hardop of zachtjes geschieden zodat een ander het niet hoort. Om die reden wordt hij ook de m a h â m a n t r a genoemd; de grote m a n t r a. Ook is hij zowel voor individueel als voor gezamenlijk gebruik geschikt; men kan, en Heer C a i t a n y a stelt dat als hoofddoel, de m a n t r a samen zingen, thuis en op straat. De liefde moet worden uitgedragen, zoals vogels zingen. Dat is geestelijke gezondheid. Iedereen die van muziek houdt kan een liedje zingen en dit lied is heel makkelijk. Het enige wat er voor nodig is, is een houding van onthechting, d.w.z. vrij van bezitsdrang en valse trots. Als je b.v. in de stad alleen denkt aan wat er in de winkels ligt en wat voor kleren je aan je lijf hebt, dan kun je natuurlijk niet meezingen op straat. Ook zal het je moeilijk vallen de m a n t r a te zingen als je niet vrij bent van geweld, lust, speculatie of als je onder invloed bent van b.v. cacao, caffeïne, nicotine, alcohol of pillen. Zelfs de kunstmatige vitaminen in de margarine kunnen al een belangstelling voor b.v. vliegende schotels opwekken die het persoonlijk aspekt verdringt. Oprechte liefde voor persoonlijke saamhorigheid is de enige oplossing. Ook in je eentje thuis zittend zal het je moeilijk vallen; in de b h a k t i heet het dat alleen in associatie met zuivere toegewijden men de namen kan zingen. Ook Heer Jezus zegt: 'Waar twee of meer in Mijn naam tesamen zijn, daar ben ik aanwezig' en: 'niemand kan de Vader bereiken dan door Mij'. Vandaar de geestelijke erfopvolging en de waarschuwing om niet stil te blijven staan bij niet-bona-fiden en illusiegangers die God slechts als onpersoonlijk erkennen. Omdat toegewijden ook vaak alleen kunnen zijn, leven ze steeds naar de bijeenkomsten toe en hebben dan ondertussen het beeld van hun g u r u, K r i s h n a, of elkaar in gedachten (diegenen die nog geen geestelijk leraar aanvaard hebben en K r i s h n a zelf nog niet zo goed kennen). Net als met de naam van K r i s h n a staat het beeld voor de Persoon in zijn Geheel zonder verdere vooropgezette bedoelingen. Uiteraard is het chanten onmogelijk als we niet steeds bereid zijn een ander voor te laten gaan, Heer C a i t a n y a op de eerste plaats. Voordat we overgaan tot het bespreken van de inhoud van het eerste hoofdstuk van de G î t â, het Lied, voor de muziekliefhebbers die de taal van de liefde geleerd hebben midifiles met de melodieën van de liederen waarvoor men een browser met een plug-in nodig heeft en een link naar audiobestanden waar met de auteur kan worden meegezongen om het te leren. In de b h a k t i is een klein met één hand bespeeld harmonium de traditie. De andere hand bedient de blaasbalg. In indiase winkels zijn ze te koop voor de prijs van een goede gitaar. Bij de begeleiding van de samenzang maakt men gebruik van schelletjes (k a r a t â l a ' s) en indiase trommels (m r d a n g a ' s), die aan twee kanten bespeelbaar zijn en kunnen worden meegedragen.

Voor het harmonium kan men het toetsenbord dat ongeveer drie oktaven bestrijkt beschouwen als de eerste drie oktaven in de bassleutel van de hieronder gegeven pianopartij, gegeven een digitale piano van vijf oktaven.

Het is in India de traditie niet een begeleiding te spelen op het harmonium, maar rechtstreeks de melodie. Voor westerse begrippen komt de muziek zo weinig uit de verf en blijft ze onaantrekkelijk. Dus aangepast aan onze cultuur kan een ieder zich vrij voelen een eigen akkoordenschema bij de melodie te ontwikkelen. De arrangementen die hier gegeven zijn, vormen slechts een voorbeeld. Voor het achterhalen van de melodie kan men het toetsenbord van het harmonium als volgt beschouwen:
De melodieën in dit boek zijn goeddeels afkomstig uit een boekje samengesteld door Narâyâna devi dâsi. Het zijn de traditionele melodieën. Soms is er een andere melodie of speelt men een variatie op de melodie van een b h a j a n (religieus lied). Het is niet ongebruikelijk het geschrevene vrij te interpreteren naar persoonlijke smaak of één melodie voor een heel programma van m a n t r a ' s te gebruiken zoals b.v. met het vroege ochtendlied (Sri Sri Gurv-astaka). Soms gebruikt men ook de melodie van de ene b h a j a n voor een andere b h a j a n. De cijfers en letters geven aan wanneer er akkoorden kunnen worden gespeeld. Die staan opgelinkt op een aparte pagina waar ze in notenschrift zijn weergegeven. Er is gekozen voor het onderscheid in romeinse cijfers om aan te geven wanneer een zelfde akkoord in een andere positie moet worden gepeeld.

Bij het leren spelen van de muziek is het van belang de volgende zaken in acht te nemen: de midi-files zijn bedoeld om de smaak van de muziek te pakken te krijgen. Het is zeker niet het doel om daarbij te blijven zwijgen, maar proberen mee te zingen met de opgelinkte audio-bestanden en uiteindelijk samen met anderen deze liederen te zingen. Swami Prabhupâda legt uit: "Muziek en dansen gedaan in zinsbevrediging moeten als demonisch worden beschouwd, maar dezelfde muziek en dansen, als het gedaan wordt ter verheerlijking van de Allerhoogste Heer als k î r t a n a (hardop zingen), zijn transcendentaal, en brengen een leven teweeg volledig geschikt voor spirituele vreugde." (betekenis verkl. S.B. 3.20:38). Het is dus zeker de bedoeling om de duisternis of zelfs de pijn die teweeg gebracht wordt door wereldse, woordloze muziekbeoefening, te verdrijven door het geestverruimende vibreren van de heilige namen in de vorm van de in dit boek gegeven liedteksten, die stuk voor stuk als als m a n t r a ' s voor de bevrijding van de geest uit zijn materiële kluister moeten worden gezien. Als men er niet zeker van is hoe men de m a n t r a ' s moet zingen, kan men het beste naar een tempel van de Hare K r i s h n a-beweging gaan om te horen hoe alles wordt uitgesproken of naar een audio-bestand luisteren (bij dit boek opgelinkt). Bij K r i s h n a- b h a k t a ' s, geldt: " Wie de heilige naam van de Heer uitspreekt wordt onmiddellijk verlost van de reakties op oneindig veel zonden, zelfs als hij dat indirekt doet (op iets anders doelend), voor de grap, als muzikaal vermaak, of zelfs zonder aandacht. Iedereen die de geschriften kent aanvaardt dit." (Prabupâda in 'Aan een zijden draad', hoofdstuk 16).

De leermethode werkt als volgt: eerst zoekt men op zijn instrument uit hoe de melodie in elkaar zit. Vervolgens zoekt men de begeleiding erbij uit. Dan speelt men de melodie en de begeleiding tesamen. Met het harmonium dat met één hand wordt bespeeld is dit niet mogelijk zonder erbij te zingen tenzij men met anderen oefent. Men kan indien men niet met een harmonium kan oefenen met een digitale piano of een keyboard beginnen met het spelen van de akkoorden en het zingen van de tekst. Door de akkoorden in het aangegeven ritme 3/4, 4/4, etc. gebroken te spelen kan men dan het gemis aan de structuur van begeleiding op ritme-instrumenten compenseren. Met het zingen van programma's, k i r t a n s, verschillende op elkaar volgende liederen, kan de ervaren speler dezelfde toonsoort aanhouden door de akkoorden te transponeren. Op de gitaar gebruikt men daarvoor een capotasto. Bij de b h a j a n Govindam âdi Purusam is een voorbeeld van transpositie aangeven. Mensen die niet zingen, maar niettemin de in dit boek uitgewerkte instrumentale versies van de melodiën willen laten horen, doen er goed aan het één en ander uit te leggen,(of nog beter: door toegewijden uit te laten leggen), aan de hand van de in dit boek gegeven teksten. Als er enige filosofie wordt overgebracht met de muziek, dan is het verduisterend effect van alleen instrumentale muziek bezigen enigszins verholpen zodat de mensen meer geïnspireerd zijn om zelf aktief de verlichting van deze muziek te zoeken door haar te zingen. De v a i s h n a v a ' s zeggen eenvoudig: 'zing en wees gelukkig'. Dit is wat dit boek voor ogen heeft: dat iedere muziekliefhebber de kans krijgt de smaak te pakken te krijgen van de bovenzinnelijke liefde van Heer K r i s h n a en zijn toegewijden.

Van de teksten zijn zoveel mogelijk woordelijke of anders geparafraseerde vertalingen die zingbaar zijn gegeven. Deze zijn voor beginners die nog geen voeling met het Sanskriet en Bengaals hebben, bedoeld. De uiteindelijke standaard is de b h a j a n s te zingen in de oorspronkelijke taal. Verder is het verstandig dit boek beetje bij beetje te bestuderen. Teveel begeerte naar het 'bezit' van muziek en kennis kan ongewenste gevolgen hebben.

Het eerste stuk muziek betreft de m a h â m a n t r a (versie I) zoals die gezongen wordt door de meeste toegewijden.(een streepje op een letter zoals bij R â m a betekent dat die letter langer moet klinken) Het is de meest eenvoudige, traditionele versie. Het is normaal op de m a n t r a vrij een improvisatie te ontwikkelen waarvan een eenvoudig voorbeeld. Volgens de toegewijden moet zoals een leefruimte moet worden geventileerd ook de geest met de m a h â m a n t r a worden geventileerd om niet in illusie te verstikken.

 

 

 

 

 

 

HARE KRSNA MAHÂMANTRA

 

HARE KRSNA, HARE KRSNA (FI , C)

KRSNA KRSNA, HARE HARE (GI, C)

HARE RÂMA, HARE RÂMA, (Dm I , Am)

RÂMA RÂMA, HARE HARE (GIII, CII )

 

HARE KRSNA, HARE KRSNA (CI, C)

KRSNA KRSNA, HARE HARE ( FI, C)

HARE RÂMA, HARE RÂMA, (Dm I, Am)

RÂMA RÂMA, HARE HARE (GIII, CII)

 

 

DE MAHÂMANTRA

 

De liefde van K r i s h n a, de liefde van K r i s h n a (FI , C)

K r i s h n a K r i s h n a, Z'n liefde z'n liefde (GI, C)

De liefde van Râma, de liefde van Râma, (Dm I , Am)

Râma, Râma, Z'n liefde z'n liefde.(GIII, CII )

 

(Var.) De liefde van K r i s h n a, de liefde van K r i s h n a (CI, C)

K r i s h n a K r i s h n a, Z'n liefde z'n liefde ( FI, C)

De liefde van Râma, de liefde van Râma, (Dm I, Am)

Râma, Râma, Z'n liefde z'n liefde. (GIII, CII)

 

luister naar de melodie:

Audio-bestanden

akkoorden

 

Men kan eventueel blad muziek aan de the midifiles onttrekken.
(© Anand Aadhar, alleen privégebruik toegestaan)

 

 

next

 

 

___________________

* : In de gedaante van een yoga-toegewijde