Inleiding
|
|
Hoofdstuk 1
|
Wanhoop
over
de strijd
|
Hoofdstuk 2a
|
De
zaken op een rijtje zetten
|
Hoofdstuk 2b
|
De
zaak in de hand hebben
|
Hoofdstuk 3
|
Te
handelen - een meester van de intelligentie
|
Hoofdstuk 4
|
Het
bewustzijn verenigen in het brengen van offers en in de ātmatattva
|
Hoofdstuk 5
|
Zich
verenigen in arbeid en onthechting
|
Hoofdstuk 6
|
Aanwezig
zijn
en er eerder geweest zijn
|
Hoofdstuk 7
|
Verenigd
in
de ātmatattva jezelf kennen en het maken
|
Hoofdstuk 8
|
Verenigd
in
de geest der eeuwigheid verlossing vinden
|
Hoofdstuk 9
|
Zich
verenigen in vertrouwelijke kennis
|
Hoofdstuk 10
|
Één
zijn
in het respecteren van het geluk
|
Hoofdstuk 11
|
Het
volledige van Zijn werkelijkheid onder ogen zien
|
Hoofdstuk 12
|
Zich
concentreren op het volmaakte
|
Hoofdstuk 13
|
De
kenner, het gekende en de kennis van de ātmatattva
|
Hoofdstuk 14
|
De
drie basiskwaliteiten van de natuur
|
Hoofdstuk 15
|
De
aard van de verheven persoon
|
Hoofdstuk 16
|
Over
de verlichte en de onverlichte ziel
|
Hoofdstuk 17
|
De
drie kwaliteiten met betrekking tot iemands verzaking, offeren en
voedsel
|
Hoofdstuk 18a
|
Verzaking
overeenkomstig
de kwaliteiten en de oorzaken van het karma
|
Hoofdstuk
18b
|
Individuele
plicht
en de ene weg der bevrijding
|
Epiloog
|
|
Voetnoten
&
Links
|
|