HOOFDSTUK 18b: DE YOGA VAN BEVRIJDING DOOR VERZAKING

Over (de drievoudige aard van de) verzaking en de dienstbaarheid ervan met de verdelingen van de samenleving, als het uiteindelijke van de bevrijding. 

(41) 'O bestraffer van de vijand, de activiteiten van de intellectuelen en de priesters (brahmanen), de bestuurders en de militairen (kshatriya's), de handelaren en de boeren (vais'ya's) en de dienaren en arbeiders (s'ûdra's), zijn verdeeld naar hun eigen natuur die ontspringt aan de drie geaardheden. (42) Gelijkmoedig, zelfbeheerst, sober, zuiver, tolerant en zeker recht door zee, van wijsheid en geloof in God is van een brahmaan de activiteit die voortkomt uit zijn eigen aard. (43) Moedig, krachtig, vastberaden, vindingrijk in oppositie en niet op de vlucht slaand, vrijgevig zijnd en de leiding nemend is de bezigheid die ontspruit aan de aard van de kshatriya. (44) Ploegen, het houden van koeien en handel drijven is de natuurlijke manier van doen van een vais'ya terwijl de aard van de plicht van een s'ûdra bestaat uit het van dienst zijn.

(45) Als een ieder zijn plicht vervuld wint de mens aan volmaaktheid. Luister nu hoe, je van je eigen taak kwijtend, die volwassenheid wordt bereikt. (46) Uit wie alle levende wezens voortkwamen, door wie dit alles is doordrongen; de eigen plichten vervullend jegens Hem, bereikt een mens de volmaaktheid. (47) Het is beter met de eigen plicht geen succes te hebben dan het er volmaakt van af te brengen je met andermans zaken te bemoeien, aangezien, met het je tot je eigen aard beperken in het doen van je werk, je nooit op overtredingen uitkomt. (48) Hoewel fouten zich voordoen met het werken voor een resultaat o zoon van Kuntî, behoort men het nooit op te geven, daar voorzeker alle begin met fouten gepaard gaat op de manier zoals vuur in rook is gehuld. (49) Met een ongehinderde intelligentie in alle opzichten zichzelf in de hand hebbend en met de hunkering verdwenen, bereikt men door de wereldverzakende orde de volmaaktheid van de vrijheid van terugslagen.

(50) Begrijp van Me hoe samengevat, o zoon van Kuntî, met het bereiken van het meesterschap, zonder mankeren het spirituele wordt bereikt; het stadium van de kennis die bovenzinnelijk is. (51-53) Met de intelligentie volledig in het reine, verbonden in vastbeslotenheid als eveneens zichzelf gereguleerd hebbend in het opgeven van acht te slaan op dingen als geluiden en afziend van hartstocht en een negatieve houding; levend in afzondering, weinig etend, met de spraak, de geest en het lichaam onder controle, de hele dag in het voorbije van de meditatie zijn toevlucht zoekend in de onthechting; niet geïdentificeerd met het lichaam, fysieke macht, valse trots, lust, woede en zonder materieel vergaren, komt men, bevrijd van bezitsdrang in vrede in aanmerking voor spirituele realisatie. (54) Een spiritueel leven leidend is de ziel tevreden gesteld, jammer je nooit ergens over, of begeer je iets en staat men gelijkgezind tegenover alle levende wezens; men reikt tot het transcendentale van Mijn toegewijde dienst. (55) Door zich in te zetten kan men Mij kennen zoals Ik werkelijk ben; Mij aldus in waarheid kennend bereikt men daaropvolgend zijn doel. (56) Ondanks het feit dat men altijd in allerlei activiteiten verwikkeld is, bereikt men, bij de genade van Mijn bescherming de onvergankelijke eeuwige verblijfplaats. (57) Wordt je enkel bewust van Mij de hele dag, door moedwillig allerlei activiteiten op te geven onder Mijn leiding, je toevlucht nemend tot de intelligentie van de eenheid van de yoga. (58) Bewust van Mij zal je alle tegenslagen te boven komen door Mijn genade, maar als je, je identificerend met het lichaam, niet luistert, zal je verdolen. (59) Als, met een hang naar vals ego, je denkt niet te moeten vechten, dan is je overtuiging volkomen verkeerd; door je materiële positie zal je tot actie moeten overgaan. (60) Vanuit je eigen gezichtspunt, o zoon van Kuntî, gevangen in je eigen handelingen, geef je er de voorkeur aan niet over te gaan tot dat wat je uit begoocheling zelfs onwillekeurig zal doen. (61) De Allerhoogste Meester verblijft in het hart van alle levende wezens, o Arjuna, ieder schepsel sturend dat onderworpen is aan het mechanische van de tijd en de materie. (62) Wees er zeker van je in alle opzichten aan Hem over te geven, o zoon van Bharata; door Zijn genade zal je de bovenzinnelijke woning der eeuwige vrede deelachtig zijn. (63) Aldus is het belangrijker geheim van de vertrouwelijke kennis door Mij uiteengezet; dit alles in overweging nemend, doe wat je doen wilt.

(64) Verneem nog een keer van Mij over dit hoogst vertrouwelijke van het allerhoogste onderricht; je bent me zeer dierbaar en daarom zeg Ik het je voor je eigen bestwil. (65) Aan Mij denkend, je als Mijn toegewijde ontwikkelend, je Mij je eerbetuigingen biedend iemand wordend die Mij aanbidt; zal je voorzeker in waarheid tot Mij komen - dit beloof Ik je, daar je Mij dierbaar bent. (66) Ga, laat de verschillende vormen van religie achter je, om je aan Mij alleen over te geven; Ik zal je bevrijden van al de gevolgen van de zonde, maak je geen zorgen! (67) Dit moet je nooit aan iemand vertellen die niet van ophouden weet, nimmer, wanneer ook, aan een niet-toegewijde, nooit aan iemand die niet wil luisteren, noch aan iemand die rancune jegens Mij koestert. (68) Een ieder die over dit hoogst vertrouwelijke geheim van Mij uitleg verschaft aan toegewijden, verricht bovenzinnelijke toegewijde dienst aan Mij en zal zonder twijfel zeker tot Mij komen. (69) Er zal nooit iemand onder de mensen zijn die Mij meer dierbaar is dan hij, noch zal er ook niet iemand op aarde zijn die Mij meer dierbaar zal worden dan hij. (70) Hij die dit heilige gesprek van ons gaat bestuderen; door hem zal Ik, met het offer van de geestelijke kennis, aanbeden zijn. Zo is het naar Mijn idee. (71) Een mens die met geloof luistert en vrij is van afgunst; ook hij, bevrijd zijnde, zal het goedgunstige bereiken van de levenssfeer der deugdzamen. (72) O zoon van Prithâ, heb je dit alles aangehoord met je denken geconcentreerd? Is nu de begoocheling teweeggebracht door je gebrek aan kennis verdreven, o overwinnaar van de weelde?'

(73) Arjuna zei: 'Ik ben mijn misvattingen nu te boven gekomen, door Jouw genade schiet het me nu weer te binnen. Met het wegnemen van al mijn twijfels, o Onfeilbare, ben ik er klaar voor om Jouw woorden in de praktijk te brengen.'

(74) Sañjaya zei: "Aldus hoorde ik van dit gesprek tussen Vâsudeva en de grote ziel Arjuna, dat zo schitterend is, dat het Mijn haren overeind doet staan. (75) Door de genade van Vyâsadeva heb ik dit vertrouwelijke persoonlijk spreken over het allerhoogste van de yoga, rechtstreeks vernomen van de meester van de Yoga Krishna Zelve. (76) O Koning, het keer op keer overdenken van deze prachtige boodschap zo heilig van Kes'ava en Arjuna, verzet me telkens weer in de opperste vreugde. (77) En eveneens bij herhaling terugdenkend aan de allermooiste vorm van de Heer, vervuld me met grote verwondering, o Koning, en maakt me telkens weer blij van hart. (78) Ik ben ervan overtuigd dat waar men ook de Heer van de Yoga Krishna en de zoon van Prithâ, uitgerust met de boog en de pijlen, aantreft, dat men daar van weelde, victorie, grote macht en moraal is verzekerd."

 

Aldus eindigt de Bhagavad Gîtâ zoals opgetekend door S'rîla Vyâsadeva in de Mahâbhârata; Bhîshma Parva, hoofdstuk 23-40, vertaald, tot één geheel samengevoegd en op het Internet gezet door Anand Aadhar Prabhu zo getrouw aan het oorspronkelijke Sanskriet als mogelijk.

 


                        



 

 

 

 




Filognostisch
* begrip van de Bhagavad Gîtâ van Orde

Tekst 41

'O bestraffer van de vijand, de activiteiten van de intellectuelen en de priesters (brahmanen), de bestuurders en de militairen (kshatriya's), de handelaren en de boeren (vais'ya's) en de dienaren en arbeiders (s'ûdra's), zijn verdeeld naar hun eigen natuur die ontspringt aan de drie geaardheden.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

'O overwinnaar van je tegenstanders, ontwikkeld uit de kwaliteiten van de materiële natuur zijn er de beroepsmatige bezigheden verdeeld naar de individuele aard van de vier maatschappelijke klassen van de intellectuelen en priesters; de overheidsdienaren en de militairen, de handelaren en de boeren en de bedienden en arbeiders38. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 42

Gelijkmoedig, zelfbeheerst, sober, zuiver, tolerant en zeker recht door zee, van wijsheid en geloof in God is van een brahmaan de activiteit die voortkomt uit zijn eigen aard.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

De intellectuele inspanningen terwille van de kennis, de wijsheid en het geloof in God zijn van de aard der vrede, van zelfbeheersing en van verzaking, zowel als van zuiverheid, tolerantie en eerlijkheid. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 43

Moedig, krachtig, vastberaden, vindingrijk in oppositie en niet op de vlucht slaand, vrijgevig zijnd en de leiding nemend is de bezigheid die ontspruit aan de aard van de kshatriya.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

De manier waarop overheidsdienaren tewerk gaan wordt gekenmerkt door heldenmoed, krachtdadigheid, vindingrijkheid in geval van probleemsituaties, standvastigheid, generositeit en leiderschap. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 44

Ploegen, het houden van koeien en handel drijven is de natuurlijke manier van doen van een vais'ya terwijl de aard van de plicht van een s'ûdra bestaat uit het van dienst zijn.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Naar de aard van de koopman treft men het ploegen, de veehouderij en het handeldrijven als de plicht aan, terwijl de taak van de arbeiders eruit bestaat dienst te leveren. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 45

Als een ieder zijn plicht vervuld wint de mens aan volmaaktheid. Luister nu hoe, je van je eigen taak kwijtend, die volwassenheid wordt bereikt.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Als ieder mens aan zijn plicht beantwoordt zal volmaaktheid het resultaat zijn. Luister nu naar hoe die volmaaktheid kan worden bereikt. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 46

Uit wie alle levende wezens voortkwamen, door wie dit alles is doordrongen; de eigen plichten vervullend jegens Hem, bereikt een mens de volmaaktheid.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Als men zijn plicht doet met datgene39 waar al de levende wezens hun bestaan aan te danken hebben en waarvan dit alles is doortrokken, bereikt een mens de volmaaktheid. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 47

Het is beter met de eigen plicht geen succes te hebben dan het er volmaakt van af te brengen je met andermans zaken te bemoeien, aangezien, met het je tot je eigen aard beperken in het doen van je werk, je nooit op overtredingen uitkomt.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Het is beter gebrekkig te zijn in het doen van de eigen plicht40, dan het er volmaakt vanaf te brengen op een vervreemde manier, omdat men met het tewerk gaan volgens de eigen aard nooit met zichzelf in conflict zal verkeren. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 48

Hoewel fouten zich voordoen met het werken voor een resultaat o zoon van Kuntî, behoort men het nooit op te geven, daar voorzeker alle begin met fouten gepaard gaat op de manier zoals vuur in rook is gehuld.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Hoewel het maken van fouten onvermijdelijk is als men werkt voor een resultaat o zoon van Kuntî, behoort men nimmer zijn plicht te verzaken, omdat alles wat men onderneemt zonder twijfel gepaard gaat met vergissingen, zoals een vuur zich hult in een rookgordijn. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 49

Met een ongehinderde intelligentie in alle opzichten zichzelf in de hand hebbend en met de hunkering verdwenen, bereikt men door de wereldverzakende orde de volmaaktheid van de vrijheid van terugslagen.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Als men van een intelligentie is die vrij is van gehechtheden en als men, zonder nog verlangens te koesteren, in ieder opzicht zichzelf in de hand heeft, bereikt men, met de wereldverzakende orde, de volmaaktheid van het vrij zijn van karmische terugslagen. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 50

Begrijp van Me hoe samengevat, o zoon van Kuntî, met het bereiken van het meesterschap, zonder mankeren het spirituele wordt bereikt; het stadium van de kennis die bovenzinnelijk is.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Leer van mij hoe, samenvattend, o zoon van Prithâ, zonder mankeren de spirituele volmaaktheid wordt bereikt, het stadium van de opperste kennis van de âtmatattva. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 51-53

Met de intelligentie volledig in het reine, verbonden in vastbeslotenheid als eveneens zichzelf gereguleerd hebbend in het opgeven van acht te slaan op dingen als geluiden en afziend van hartstocht en een negatieve houding; levend in afzondering, weinig etend, met de spraak, de geest en het lichaam onder controle, de hele dag in het voorbije van de meditatie zijn toevlucht zoekend in de onthechting; niet geïdentificeerd met het lichaam, fysieke macht, valse trots, lust, woede en zonder materieel vergaren, komt men, bevrijd van bezitsdrang in vrede in aanmerking voor spirituele realisatie.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Als men met zijn intelligentie volkomen in het reine is, verbonden is in zijn overtuiging en van regulatie is met zaken als geluiden; als men het opgegeven heeft met de voorwerpen van de zintuigen, afgezien heeft van de hartstocht en een negatieve houding; als men afgezonderd leeft, weinig eet en dat wat men zegt, denkt en doet onder controle heeft; als men zijn toevlucht gezocht heeft in de onthechting, de ganse dag in het voorbije van de meditatie verkeert en als men zich niet vereenzelvigt met zijn lichamelijkheid of van fysiek overwicht, verbeelding, lust, woede en materieel vergaren is, komt men, als men bevrijd van bezitsdrang dan de vrede leeft, ervoor in aanmerking in het spirituele zijn zelfverwerkelijking te vinden. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 54

Een spiritueel leven leidend is de ziel tevreden gesteld, jammer je nooit ergens over, of begeer je iets en staat men gelijkgezind tegenover alle levende wezens; men reikt tot het transcendentale van Mijn toegewijde dienst.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Men bereikt mijn bovenzinnelijke dienst als men, met het leiden van een spiritueel bestaan, voor het genoegen van de ziel weet te leven en men, met het zich nimmer beklagen of verlangens koesteren, van een gelijkgezinde geest is jegens alle levende wezens. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 55

Door zich in te zetten kan men Mij kennen zoals Ik werkelijk ben; Mij aldus in waarheid kennend bereikt men daaropvolgend zijn doel.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Men kent mij als men toegewijd van dienst is, want dat is wat ik in werkelijkheid ben; zo gauw men mij op die manier kent, heeft men toegang tot mij gekregen. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 56

Ondanks het feit dat men altijd in allerlei activiteiten verwikkeld is, bereikt men, bij de genade van Mijn bescherming de onvergankelijke eeuwige verblijfplaats.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Naar de genade van mijn bescherming bereikt men, ongeacht waar men zich mee bezighoudt, de onvergankelijke eeuwige verblijfplaats. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 57

Wordt je enkel bewust van Mij de hele dag, door moedwillig allerlei activiteiten op te geven onder Mijn leiding, je toevlucht nemend tot de intelligentie van de eenheid van de yoga.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Zorg ervoor dat je je de hele dag van mij bewust bent door doelgericht alle mogelijke overwegingen van baatzuchtige aard op te geven - dat wil zeggen, onder mijn leiding je toevlucht te zoeken in een in de yoga verenigde intelligentie. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 58

Bewust van Mij zal je alle tegenslagen te boven komen door Mijn genade, maar als je, je identificerend met het lichaam, niet luistert, zal je verdolen.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Bewust van mij zul je door mijn genade alle belemmeringen te boven komen, maar als je, anderzijds, op een egotrip, erin mislukt hieraan te beantwoorden zal je je verloren weten. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 59

Als, met een hang naar vals ego, je denkt niet te moeten vechten, dan is je overtuiging volkomen verkeerd; door je materiële positie zal je tot actie moeten overgaan.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Als je, als een escapist, probeert je te verschuilen in egoïsme en weigert het gevecht aan te gaan, heb je het bij het verkeerde eind; met de positie die je in de materiële wereld inneemt, heb je feitelijk geen keuze. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 60

Vanuit je eigen gezichtspunt, o zoon van Kuntî, gevangen in je eigen handelingen, geef je er de voorkeur aan niet over te gaan tot dat wat je uit begoocheling zelfs onwillekeurig zal doen.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Gebonden aan je eigen handelen overeenkomstig de geboorte die je nam, geef je er, in staat van begoocheling, de voorkeur aan je niet bezig te houden met dat, o zoon van Prithâ, wat je zelfs onwillekeurig zult doen. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 61

De Allerhoogste Meester verblijft in het hart van alle levende wezens, o Arjuna, ieder schepsel sturend dat onderworpen is aan het mechanische van de tijd en de materie.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Arjuna, God houdt zich op in het hart van alle levende wezens, waar Hij aan ieder schepsel dat onderworpen is aan het mechanische van de uiterlijke illusie sturing geeft. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 62

Wees er zeker van je in alle opzichten aan Hem over te geven, o zoon van Bharata; door Zijn genade zal je de bovenzinnelijke woning der eeuwige vrede deelachtig zijn.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Geef je in ieder opzicht aan Hem over, o nakomeling van Bharata, bij Zijn genade zal je het hoogste verblijf van de eeuwige vrede bereiken. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 63

Aldus is het belangrijker geheim van de vertrouwelijke kennis door Mij uiteengezet; dit alles in overweging nemend, doe wat je doen wilt.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Tot zover mijn verklaringen over het grotere geheim van de vertrouwelijke kennis; denk er hier en nu goed over na en doe dan dat wat je wenselijk acht. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 64

Verneem nog een keer van Mij over dit hoogst vertrouwelijke van het allerhoogste onderricht; je bent me zeer dierbaar en daarom zeg Ik het je voor je eigen bestwil.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Het is omdat je mij zo dierbaar bent dat ik, voor je eigen bestwil, nogmaals dit meest vertrouwelijke gedeelte van heel mijn verheven instructie onder woorden breng: (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 65

Aan Mij denkend, je als Mijn toegewijde ontwikkelend, je Mij je eerbetuigingen biedend iemand wordend die Mij aanbidt; zal je voorzeker in waarheid tot Mij komen - dit beloof Ik je, daar je Mij dierbaar bent.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Denk aan me, wordt mijn toegewijde, aanbid me en bewijs me de eer, en ik beloof je, aangezien je mij lief bent, dat je mij zonder mankeren zult bereiken. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 66

Ga, laat de verschillende vormen van religie achter je, om je aan Mij alleen over te geven; Ik zal je bevrijden van al de gevolgen van de zonde, maak je geen zorgen!

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Als je op mij uit bent als de enige waar je je aan moet overgeven en alle andere manieren van rechtschapen tewerk gaan laat varen, zal ik je verlossen van alle moeilijkheden die je ten deel vallen, maak je geen zorgen! (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 67

Dit moet je nooit aan iemand vertellen die niet van ophouden weet, nimmer, wanneer ook, aan een niet-toegewijde, nooit aan iemand die niet wil luisteren, noch aan iemand die rancune jegens Mij koestert.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Maar onthul dit nooit aan iemand die niet boetvaardig is, die niet toegewijd is, noch aan iemand die niet bereid is te luisteren of aan iemand die zich tegen mij heeft gekeerd. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 68

Een ieder die over dit hoogst vertrouwelijke geheim van Mij uitleg verschaft aan toegewijden, verricht bovenzinnelijke toegewijde dienst aan Mij en zal zonder twijfel zeker tot Mij komen.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Hij die aan toegewijde mensen uitleg verschaft over dit meest vertrouwelijke geheim van mij, houdt zich in relatie tot mij bezig met bovenzinnelijke, toegewijde dienst en zal mij zonder twijfel bereiken. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 69

Er zal nooit iemand onder de mensen zijn die Mij meer dierbaar is dan hij, noch zal er ook niet iemand op aarde zijn die Mij meer dierbaar zal worden dan hij.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Er is onder de mensen niemand die mij liever is, noch zal er op aarde ook maar iemand zijn die mij liever zal worden dan zo iemand. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 70

Hij die dit heilige gesprek van ons gaat bestuderen; door hem zal Ik, met het offer van de geestelijke kennis, aanbeden zijn. Zo is het naar Mijn idee.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Door het offer terwille van de kennis dat gebracht wordt door een persoon die dit heilige gesprek van ons bestudeert, zal ik aanbeden zijn. Dat is hoe ik het zie. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 71

Een mens die met geloof luistert en vrij is van afgunst; ook hij, bevrijd zijnde, zal het goedgunstige bereiken van de levenssfeer der deugdzamen.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Dat menselijk wezen dat met geloof, vrij van afgunst, ernaar luistert, zal, behalve bevrijd te raken, ook de gunstige werelden der godvruchtigen bereiken. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 72

O zoon van Prithâ, heb je dit alles aangehoord met je denken geconcentreerd? Is nu de begoocheling teweeggebracht door je gebrek aan kennis verdreven, o overwinnaar van de weelde?'

FILOGNOSTISCHE VERTALING

O zoon van tante Prithâ, kon je volgen wat ik allemaal aan het uitleggen was? Is de begoocheling die teweeggebracht werd door een gebrek aan kennis nu verdreven, o winnaar van de weelde?' (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 73

Arjuna zei: 'Ik ben mijn misvattingen nu te boven gekomen, door Jouw genade schiet het me nu weer te binnen. Met het wegnemen van al mijn twijfels, o Onfeilbare, ben ik er klaar voor om Jouw woorden in de praktijk te brengen.'

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Arjuna zei: 'De illusie is verdreven en mijn geheugen is weer terug. Jouw genade nam mijn twijfels weg o onfeilbare, ik sta nu weer met mijn benen op de grond. Ik zal doen wat je me gezegd hebt te doen.' " (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 74

Sañjaya zei: "Aldus hoorde ik van dit gesprek tussen Vâsudeva en de grote ziel Arjuna, dat zo schitterend is, dat het Mijn haren overeind doet staan.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Sañjaya zei: "Dit is wat ik vernam van het wonderbaarlijke en verbluffende gesprek tussen de grote zielen Krishna en Arjuna. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 75

Door de genade van Vyâsadeva heb ik dit vertrouwelijke persoonlijk spreken over het allerhoogste van de yoga, rechtstreeks vernomen van de meester van de Yoga Krishna Zelve.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Dankzij Vyâsadeva16, kon ik uit de eerste hand uit de mond van Krishna, de meester van het zich verenigen in het bewustzijn in eigen persoon, horen hoe dit geheim betreffende het opperste van de yoga ter sprake kwam. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 76

O Koning, het keer op keer overdenken van deze prachtige boodschap zo heilig van Kes'ava en Arjuna, verzet me telkens weer in de opperste vreugde.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

O meester van de politiek, het herhaaldelijk terugdenken aan dit prachtige en vrome gesprek tussen de man van de schoonheid en Arjuna, doet mijn hart telkens weer overlopen van vreugde. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 77

En eveneens bij herhaling terugdenkend aan de allermooiste vorm van de Heer, vervuld me met grote verwondering, o Koning, en maakt me telkens weer blij van hart.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

En ook ben ik, iedere keer als ik mij die ontzaglijk verbazingwekkende gedaante van Krishna weer voor de geest haal o bestuurder der mensen, tot mijn grote vreugde keer op keer getroffen door verwondering. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 78

Ik ben ervan overtuigd dat waar men ook de Heer van de Yoga Krishna en de zoon van Prithâ, uitgerust met de boog en de pijlen, aantreft, dat men daar van weelde, victorie, grote macht en moraal is verzekerd."

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Ik ben ervan overtuigd dat overal waar de meester in de yoga Krishna en de zoon van Prithâ met zijn boog en pijlen te vinden zijn, men daar verzekerd is van de volheid, de victorie, een grote macht en een hoogstaande moraal." (Sanskriet & traditie)

 

 

Aldus eindigt de Bhagavad Gîtâ zoals opgetekend door S'rîla Vyâsadeva in de Mahâbhârata; Bhîshma Parva, hoofdstuk 23-40, vertaald, tot één geheel samengevoegd en op het Internet gezet door Anand Aadhar Prabhu zo getrouw aan het oorspronkelijke Sanskriet als mogelijk.

 

 

 

Versies geraadpleegd:

- Een Lied van Geluk - Een moderne Gîtâ - de moderne versie van filognosie (ook in mp3-audio).

- Een Lied van Geluk - Een Klassieke Gîtâ - de klassieke versie van filognosie.

- The Bhagavad Gîta-as-it-is by Swami Bhaktivedânta Prabhupâda (PDF-download).

- The Bhagavad Gîta-as-it-is: online (version 1.0).

- The Bhagavad Gita by the Bhagavad Gita Trust.

- Bhagavad Gita by Sanderson Beck.

- Bhagavad Gita by Ramanad Prasad (American Gita society).

- Srimad Bhagavad-gita - The Hidden Treasure of the Sweet Absolute (from the Vaishnav' S'rî Caitanya Saraswath math).

Sanskrit dictionary: (Monier-Williams' 'Sanskrit-English Dictionary').

 

  

 

 

   

 
     Bestel het boek: 'Een Lied van Geluk - Een klassieke Gîtâ' 



 

 

Productie en copyright van deze vertaling: Anand Aadhar Prabhu              
De filognostische vertaling is van dezelfde auteur.              
2007©Bhagavata.org