HOOFDSTUK 2b: DE YOGA VAN DE ANALYTISCHE KENNIS

Over de vruchten van de arbeid (2.38 -72)

(39) 'Dit alles wat ik je beschreef ging over de analytische studie van de intelligentie in yoga, maar luister nu hoe, in het verbonden zijn met die intelligentie, o zoon van Prithâ, je kan worden bevrijd van de gebondenheid van vruchtdragende arbeid [karma]. (40) Erin ondernemend, zal er nooit verlies of vermindering zijn en als je er een beetje moeite voor doet bevrijdt het je van het grootste gevaar. (41) Zij die vastberaden zijn naar de ziel, zijn in intelligentie één, o kind van de Kuru's, terwijl zij die niet van die vastbeslotenheid zijn een intelligentie hebben die inderdaad eindeloos vertakt is. (42-43) Al deze bloemrijke woorden worden [ook] door mensen met weinig kennis gebruikt die de Veda's navolgen en, o zoon van Prithâ, uitroepen dat er verder niets bij komt kijken. Met hun harten vol van verlangen mikken ze op hogere sferen, een goede geboorte en de gunst van resultaten middels verschillende pompeuze ceremoniën voor het genoegen van hun zintuigen en om er in weelde op vooruit te gaan. (44) Zij die door zulke zaken al te gehecht zijn geraakt aan materiële genoegens en weelde, zijn in hun denken verbijsterd en komen nooit tot de vastbeslotenheid van een geest die door intelligentie wordt beheerst. (f) De vedische literatuur handelend over de geaardheden der natuur [goedheid, hartstocht en onwetendheid] zegt je ze te overstijgen Arjuna, omdat buiten de dualiteit, gefixeerd in de eeuwigheid der goedheid, de ziel wordt bereikt die onbekommerd is over bezitten en het verwerven van bezit. (46) Al het goede van water gevonden in een enkele bron wordt in alle opzichten aangetroffen in een groot vergaarbekken - dienovereenkomstig kan alles wat men aantreft in de Veda's worden gewaardeerd in een spiritueel mens die volkomen is in de kennis.

(47) Je hebt zeker het recht je plicht te doen maar niet de claim over de vruchten wanneer dan ook; zie jezelf nooit als de oorzaak van de resultaten daar je nooit gehechtheid moet laten samengaan met een religieuze plicht. (48) Doe je werk op die manier verbonden blijvend in het opgeven van die gedachtengang, o Dhanañjaya [Arjuna als degene die de weelde verovert] en blijf evenwichtig in slagen en falen daar de realisatie van deze gelijkmoedigheid is wat yoga wordt genoemd. (49) Hou jezelf voorzeker verre van verwerpelijke handelingen met die intelligentie van de yoga, Dhanañjaya, in de volle overgave van een dergelijk bewustzijn - want het zijn de miserabelen die pogingen doen terwille van de opbrengst. (50) Iemand gelijk gericht in deze intelligentie kan in dit leven van zowel een goede als een kwalijke uitkomst afkomen, derhalve, terwille van de yoga, ga tewerk in verbondenheid; dat is de kunst in alle activiteiten. (51) Verzonken zijn in het verrichten van arbeid hiervoor en gelijk gericht zijn in de intelligentie van het opgeven van de resultaten, heeft de grote wijzen en toegewijden bevrijd van de gebondenheid aan dood en geboorte met het bereiken van een positie van vrijheid van ellende. (52) Als je intelligentie de verwarring van de illusie te boven komt, zal je op dat moment onverschillig staan tegenover dit alles waarover je nu zult vernemen en waarvan je reeds gehoord hebt. (53) Als, zonder verward te zijn over resultaten met deze ontboezemingen, je onbewogen blijft in overstijging, met een gefixeerde intelligentie, dan zal je de zelfverwerkelijking bereiken.'

(54) Arjuna zei: 'Wat zijn de kenmerken van iemand die gefixeerd is in zijn bewustzijn, in transcendentie - en wat zegt iemand die gefixeerd is in de wijsheid, hoe houdt hij zich rustig en hoe beweegt hij?'

(55) De Allerhoogste Heer zei: 'Als men de verschillende verlangens en het gepieker voor zichzelf opgeeft, o zoon van Prithâ, op dat ogenblik, zegt men dat men, bevredigd door die gezuiverde geest, stabiel wordt in het bewustzijn. (56) Zij die zonder zich zorgen te maken de misère onder ogen zien en zonder interesse het geluk bezien en zij die vrij zijn van gehechtheid, angst en woede, worden wijzen genoemd [muni's] wiens meditatie stabiel is. (57) Hij die, of hij er nu het goede of kwade mee bereikt, er wanneer dan ook onaangedaan onder is en noch voorkeur koestert noch haat, is gefixeerd in volmaakte kennis. (58) Als zijn bewustzijn gefixeerd is trekt hij zoals een schildpad dat doet met zijn poten, al zijn zinnen terug van de zinsobjecten. (59) Door restricties kan men afzien van de zinsobjecten, maar voor de belichaamde ziel die de smaak opgeeft blijft de relatie bestaan waar hij, die het hogere ervaart, van afziet. (60) Al ondernemend leiden, ondanks, o zoon van Kuntî, het volle onderscheidingsvermogen van iemand, de zinnen zeker met geweld de geest af door hem van streek te brengen. (61) Al die zinnen die bezig zijn onder controle houdend, behoort men zich te bevinden in de relatie met het voorbije, daar hij die zijn zinnen volledig heeft onderworpen voorzeker gevestigd is in wijsheid. (62) Tegenover de objecten van de zintuigen ontwikkelt een persoon gehechtheid voor die objecten. Van die gehechtheid ontwikkelt zich verlangen en uit dat verlangen ontstaat de woede [de drift van de passie]. (63) Van de woede [het kwijtraken van je orde] raakt men in staat van illusie en door de illusie raakt het geheugen verbijsterd. Met een gestoord geheugen verliest men zijn intelligentie en door dat verlies aan intelligentie komt men ten val. (64) Maar iemand die bevrijd is geraakt van gehechtheid en afkeer, met de zinnen die op de zinsobjecten reageren onder controle, zal, zichzelf aldus regulerend, de helderheid bereiken. (65) Vanuit die rust zal aan alle ellende een eind komen en door zo'n gelukkige geest zal de intuïtie afdoende gevestigd raken. (66) Er kan geen intelligentie zijn als men hier niet mee op één lijn is en zonder die verbondenheid zal men niet stabiel zijn in zijn respect; hoe kan iemand die vrede missend van zulk een onvrede nu gelukkig zijn? (67) Het denken dat met de zinnen ronddoolt raakt voorzeker in beslag genomen [door het materiële belang] daar de intelligentie wordt meegevoerd zoals de wind een boot op het water meevoert. (68) Derhalve is, o machtig gearmde, iemand die zijn zinnen heeft weten in te perken weg van de zinsobjecten, van een stabiele intelligentie. (69) Voor wat nacht is voor alle levende wezens, zijn de zelfbeheersten waakzaam en voor wat al deze wezens waakzaam zijn, is als nacht voor de in zichzelf gekeerde wijze. (70) Zoals de oceaan die stabiel is in het altijd gevuld raken door de wateren die erin uitkomen, zo ook is een vreedzaam persoon stabiel met de verlangens die opkomen en niet hij die van verlangen is. (71) Een persoon die alle verlangens heeft opgegeven en vrij leeft van hunkeren naar, zonder te streven naar bezittingen en zonder zich te identificeren met het lichaam, bereikt de vrede. (72) Deze spirituele zijnstoestand, o zoon van Prithâ, zal nooit als je hem bereikt je van je verstand beroven. Als je erin gevestigd bent, is zelfs pas aan het einde van het leven het koninkrijk der hemelen ermee bereikt.'

 

 

 

 

 

 




Filognostisch
* begrip van de Bhagavad Gîtâ van Orde

Tekst 39

'Dit alles wat ik je beschreef ging over de analytische studie van de intelligentie in yoga, maar luister nu hoe, in het verbonden zijn met die intelligentie, o zoon van Prithâ, je kan worden bevrijd van de gebondenheid van vruchtdragende arbeid [karma].

FILOGNOSTISCHE VERTALING

'Tot zover over het intelligent zijn in het analyseren van zaken, luister nu hoe je in samenhang met deze intelligentie, o zoon van Prithâ, bevrijd kunt raken van het gebonden zijn aan je karma. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 40

Erin ondernemend, zal er nooit verlies of vermindering zijn en als je er een beetje moeite voor doet bevrijdt het je van het grootste gevaar.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

In deze geest zal je dan niet corrumperen, noch verloren gaan, en als je hem maar een beetje van dienst bent bezweer je er al het grootste gevaar mee. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 41

Zij die vastberaden zijn naar de ziel, zijn in intelligentie één, o kind van de Kuru's, terwijl zij die niet van die vastbeslotenheid zijn een intelligentie hebben die inderdaad eindeloos vertakt is.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Nadenkend met de ziel is men immers verenigd in zijn intelligentie, o kind van de Kuru's, maar als je daarentegen niet zo gewetensvol bent heb je een geest die voortdurend is afgeleid. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 42-43

Al deze bloemrijke woorden worden [ook] door mensen met weinig kennis gebruikt die de Veda's navolgen en, o zoon van Prithâ, uitroepen dat er verder niets bij komt kijken. Met hun harten vol van verlangen mikken ze op hogere sferen, een goede geboorte en de gunst van resultaten middels verschillende pompeuze ceremoniën voor het genoegen van hun zintuigen en om er in weelde op vooruit te gaan.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Religieuze mensen zeggen ook dit soort dingen o zoon van Prithâ, maar ze hebben het niet helemaal door als ze er van uitgaan dat er verder niets bij zou komen kijken. (43) Met hun fraaie erediensten hopen ze naar de hemel te gaan en een beter leven te hebben, maar hun harten zijn vol van het verlangen om hun zinnen te behagen en rijk te zijn. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 44

Zij die door zulke zaken al te gehecht zijn geraakt aan materiële genoegens en weelde, zijn in hun denken verbijsterd en komen nooit tot de vastbeslotenheid van een geest die door intelligentie wordt beheerst.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Op die manier al te gehecht aan materiële genoegens en luxe zaken, zijn hun geesten wazig van een armzalige logica en krijgen ze de zaak nooit echt in de hand. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 45

De vedische literatuur handelend over de geaardheden der natuur [goedheid, hartstocht en onwetendheid] zegt je ze te overstijgen Arjuna, omdat buiten de dualiteit, gefixeerd in de eeuwigheid der goedheid, de ziel wordt bereikt die onbekommerd is over bezitten en het verwerven van bezit.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

De vedische literatuur, die handelt over de materiële kwestie en de manier waarop we onder de invloed verkeren van de drievoudige aard in de zin van 1 - het hebben van hartstochten, 2 - het niet helder van geest zijn en 3 - het zich verlustigen in het goede, zeggen ons deze natuurlijke geaardheden te overstijgen, omdat daarbuiten, buiten de tegenstellingen die ze vormen, verzonken zijnd in dat wat werkelijk goed en zuiver is, de ziel wordt aangetroffen die onbezorgd is over bezitten en bezit verwerven. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 46

Al het goede van water gevonden in een enkele bron wordt in alle opzichten aangetroffen in een groot vergaarbekken - dienovereenkomstig kan alles wat men aantreft in de Veda's worden gewaardeerd in een spiritueel mens die volkomen is in de kennis.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

In een slok water treft men hetzelfde aan als in een heel meer, evenzo treft men in de ziel van een enkel mens van spirituele deugd het geheel van de klassieke wijsheid aan. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 47

Je hebt zeker het recht je plicht te doen maar niet de claim over de vruchten wanneer dan ook; zie jezelf nooit als de oorzaak van de resultaten daar je nooit gehechtheid moet laten samengaan met een religieuze plicht.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Je hebt het volste recht de zaak te dienen, maar eis voor jezelf nooit de resultaten op van die dienstbaarheid. Beschouw jezelf niet als de oorzaak; ontwikkel daarom nooit enige gehechtheid in heilige aangelegenheden als deze. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 48

Doe je werk op die manier verbonden blijvend in het opgeven van die gedachtengang, o Dhanañjaya [Arjuna als degene die de weelde verovert] en blijf evenwichtig in slagen en falen daar de realisatie van deze gelijkmoedigheid is wat yoga wordt genoemd.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Hou contact, blijf verbonden, in het opgeven van een dergelijke ijdelheid en hunkering, o winnaar van de weelde, en wees gelijkmoedig in geval van slagen en falen, daar die lijdzaamheid het geheim is van het verenigd blijven in het bewustzijn. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 49

Hou jezelf voorzeker verre van verwerpelijke handelingen met die intelligentie van de yoga, Dhanañjaya, in de volle overgave van een dergelijk bewustzijn - want het zijn de miserabelen die pogingen doen terwille van de opbrengst.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Geef, aldus verenigd in volle overgave aan de intelligentie, niet toe aan de domheid; weet dat het de ellendelingen zijn die het willen winnen en willen vergaren. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 50

Iemand gelijk gericht in deze intelligentie kan in dit leven van zowel een goede als een kwalijke uitkomst afkomen, derhalve, terwille van de yoga, ga tewerk in verbondenheid; dat is de kunst in alle activiteiten.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Gelijkgeschakeld met deze intelligentie kan je, nog in dit leven, ontkomen aan die gevolgen waarvan je onterecht dacht dat ze gunstig waren, zowel als aan hen waar je onder te lijden had; ga dus, terwille van deze wetenschap, onverschrokken tewerk in je verbondenheid met de ziel die steeds voortbestaat en gelukkig is in de wijsheid; dat is de kunst met alles wat je doet! (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 51

Verzonken zijn in het verrichten van arbeid hiervoor en gelijk gericht zijn in de intelligentie van het opgeven van de resultaten, heeft de grote wijzen en toegewijden bevrijd van de gebondenheid aan dood en geboorte met het bereiken van een positie van vrijheid van ellende.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Het opgegaan zijn in het dienen van dit doel, het op één lijn verkeren met de intelligentie van het niet begeren van enig voordeel, is wat zowel de wijzen als de aanbidders bevrijdde van de ellende van herhaalde mislukking en de noodzaak telkens weer opnieuw te beginnen. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 52

Als je intelligentie de verwarring van de illusie te boven komt, zal je op dat moment onverschillig staan tegenover dit alles waarover je nu zult vernemen en waarvan je reeds gehoord hebt.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Als je eenmaal, vrij van ieder verlangen, het respecteert zoals het is met de ziel, zal je, op dat moment, je niet langer zorgen maken over alles wat je nu net hoorde, noch over dat wat je nog zult vernemen. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 53

Als, zonder verward te zijn over resultaten met deze ontboezemingen, je onbewogen blijft in overstijging, met een gefixeerde intelligentie, dan zal je de zelfverwerkelijking bereiken.'

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Met een geest helder wat betreft het voordeel van je handelingen op de manier zoals ik je dat uiteengezet heb, zal je, onbewogen boven de zaken uitstijgend met een intelligentie die zijn anker heeft gevonden, in staat zijn het gelukkige leven te vinden dat je jezelf en anderen toewenste.' (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 54

Arjuna zei: 'Wat zijn de kenmerken van iemand die gefixeerd is in zijn bewustzijn, in transcendentie - en wat zegt iemand die gefixeerd is in de wijsheid, hoe houdt hij zich rustig en hoe beweegt hij?'

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Arjuna zei: 'Wat kenmerkt nu degene die erboven staat, die innerlijk verankerd is in een bewustzijn van verbondenheid? En wat zegt zo iemand allemaal, hoe houdt hij afstand en hoe gaat hij tewerk?' (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 55

De Allerhoogste Heer zei: ' Als men de verschillende verlangens en het gepieker voor zichzelf opgeeft, o zoon van Prithâ, op dat ogenblik, zegt men dat men, bevredigd door die gezuiverde geest, stabiel wordt in het bewustzijn.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Krishna, als de meester, zei: 'Op het moment dat men de verlangens laat varen met inbegrip van de zorgen die erbij horen, o zoon van Prithâ, zal men, naar het goede van die bedachtzaamheid, stabiliteit in het bewustzijn vinden, zo bevestigen ook andere autoriteiten. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 56

Zij die zonder zich zorgen te maken de misère onder ogen zien en zonder interesse het geluk bezien en zij die vrij zijn van gehechtheid, angst en woede, worden wijzen genoemd [muni's] wiens meditatie stabiel is.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Zij die zonder zich zorgen te maken de ellende tegemoet treden, en zonder verlangens te koesteren het geluk onder ogen zien en, zonder enige gehechtheid, vrij zijn van angst en woede, beschouwt men als wijzen die stabiel zijn in hun meditatie. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 57

Hij die, of hij er nu het goede of kwade mee bereikt, er wanneer dan ook onaangedaan onder is en noch voorkeur koestert noch haat, is gefixeerd in volmaakte kennis.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Hij die, of de zaken nu ten goede of ten slechte keren in dezen, onaangedaan blijft in welke situatie ook en noch haat koestert, noch de loftrompet steekt, is erin verankerd het perfect te weten. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 58

Als zijn bewustzijn gefixeerd is trekt hij zoals een schildpad dat doet met zijn poten, al zijn zinnen terug van de zinsobjecten.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Zoals een schildpad die zijn poten en kop intrekt trekt hij, die zich in het bewustzijn verankert, zijn zinnen terug van de zinsobjecten. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 59

Door restricties kan men afzien van de zinsobjecten, maar voor de belichaamde ziel die de smaak opgeeft blijft de relatie bestaan waar hij, die het hogere ervaart, van afziet.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Een ieder die niet van deze nadenkendheid is, kan evenzogoed afzien van, maar zo iemand houdt dan de materiële bijsmaak, de smaak waaraan alleen maar een einde komt met de sterkere ervaring van de hogere smaak die men heeft als men erboven staat. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 60

Al ondernemend leiden, ondanks, o zoon van Kuntî, het volle onderscheidingsvermogen van iemand, de zinnen zeker met geweld de geest af door hem van streek te brengen.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Hoe slim men ook is, o zoon van Kuntî, zo gauw men iets doet leiden de zinnen de aandacht af en is de geest in beroering gebracht. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 61

Al die zinnen die bezig zijn onder controle houdend, behoort men zich te bevinden in de relatie met het voorbije, daar hij die zijn zinnen volledig heeft onderworpen voorzeker gevestigd is in wijsheid.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Het in bedwang houden van de drukke zinnen is iets dat wordt bereikt door zich positief te verhouden tot de positie van het mediteren die men heeft in het voorbije, en met het ze aldus onder controle gebracht hebben, is men dan gevestigd in de wijsheid. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 62

Tegenover de objecten van de zintuigen ontwikkelt een persoon gehechtheid voor die objecten. Van die gehechtheid ontwikkelt zich verlangen en uit dat verlangen ontstaat de woede [de drift van de passie].

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Op de verkeerde manier werkt het als volgt: eerst raak je gehecht aan wat de zintuigen waarnemen, van daaruit ontwikkelt zich de lust het te genieten waneer je maar wilt en wat volgt is de woede op de onvermijdelijke frustratie van het zich realiseren dat dat niet mogelijk is. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 63

Van de woede [het kwijtraken van je orde] raakt men in staat van illusie en door de illusie raakt het geheugen verbijsterd. Met een gestoord geheugen verliest men zijn intelligentie en door dat verlies aan intelligentie komt men ten val.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Vanuit die woede van de persoonlijke voorkeur ziet men de zaken niet langer in de juiste verhouding, en is men aldus, met het daarmee begoocheld zijn, niet nadenkend met wat in gedachten moet worden gehouden. Als gevolg daarvan faalt de intelligentie en verliest men, omdat men de zaken niet langer begrijpt, zijn zelfbeheersing: men komt ten val. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 64

Maar iemand die bevrijd is geraakt van gehechtheid en afkeer, met de zinnen die op de zinsobjecten reageren onder controle, zal, zichzelf aldus regulerend, de helderheid bereiken.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Maar, als men niet van enige afkeer of gehechtheid is, is men, met het onder controle hebben van de drukke zinnen, aldus gereguleerd zijnd, van een heldere geest. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 65

Vanuit die rust zal aan alle ellende een eind komen en door zo'n gelukkige geest zal de intuïtie afdoende gevestigd raken.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

In die vrede verkerend komt aan alle ellende een einde, en raakt, met zo een tevreden, open geest, spoedig de intuïtie afdoende gevestigd. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 66

Er kan geen intelligentie zijn als men hier niet mee op één lijn is en zonder die verbondenheid zal men niet stabiel zijn in zijn respect; hoe kan iemand die vrede missend van zulk een onvrede nu gelukkig zijn?

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Als men zich niet op deze manier gelijkricht krijgt de intelligentie geen kans en is er, de verbondenheid in de ziel missend, geen stabiliteit in de achting die men heeft; hoe kan men, als men in zijn ongenoegen de vrede niet kan vinden, dan gelukkig zijn? (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 67

Het denken dat met de zinnen ronddoolt raakt voorzeker in beslag genomen [door het materiële belang] daar de intelligentie wordt meegevoerd zoals de wind een boot op het water meevoert.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Een geest die de zinnen najaagt is van een intelligentie zo stuurloos als een boot die wegdrijft op de wind. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 68

Derhalve is, o machtig gearmde, iemand die zijn zinnen heeft weten in te perken weg van de zinsobjecten, van een stabiele intelligentie.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

En zo is dan, zoals je zult begrijpen, de intelligentie stabiel als de zinnen zijn teruggetrokken van hun voorwerpen. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 69

Voor wat nacht is voor alle levende wezens, zijn de zelfbeheersten waakzaam en voor wat al deze wezens waakzaam zijn, is als nacht voor de in zichzelf gekeerde wijze.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Waar de gewone man acht op slaat is als nacht voor een wijs man, en op dat wat de gewone man de duisternis van de nacht lijkt slaan de wijzen juist acht. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 70

Zoals de oceaan die stabiel is in het altijd gevuld raken door de wateren die erin uitkomen, zo ook is een vreedzaam persoon stabiel met de verlangens die opkomen en niet hij die van verlangen is.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

In tegenstelling tot een man van verlangens, is een man van vrede net zo stabiel met datgene wat zijn zintuigen bereikt als de oceaan die nimmer gevuld raakt met al het water van de rivieren die erin uitmonden. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 71

Een persoon die alle verlangens heeft opgegeven en vrij leeft van hunkeren naar, zonder te streven naar bezittingen en zonder zich te identificeren met het lichaam, bereikt de vrede.

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Een persoon bereikt de vrede als hij - vrij van verlangen - zijn begeerten heeft verzaakt, als hij niet streeft naar bezittingen en, in plaats van zich te identificeren met zijn lichaam, zich identificeert met de ziel. (Sanskriet & traditie)

 

Tekst 72

Deze spirituele zijnstoestand, o zoon van Prithâ, zal nooit als je hem bereikt je van je verstand beroven. Als je erin gevestigd bent, is zelfs pas aan het einde van het leven het koninkrijk der hemelen ermee bereikt.'

FILOGNOSTISCHE VERTALING

Wees er om die reden niet beducht voor, dat deze positie in het voorbije je zal verbijsteren o zoon van Prithâ, je bereikt er juist de hemel mee, zelfs als je deze nadenkendheid hebt uitgesteld tot je stervensuur.'  (Sanskriet & traditie)

 

 

Versies geraadpleegd:

- Een Lied van Geluk - Een moderne Gîtâ - de moderne versie van filognosie (ook in mp3-audio).

- Een Lied van Geluk - Een Klassieke Gîtâ - de klassieke versie van filognosie.

- The Bhagavad Gîta-as-it-is by Swami Bhaktivedânta Prabhupâda (PDF-download).

- The Bhagavad Gîta-as-it-is: online (version 1.0).

- The Bhagavad Gita by the Bhagavad Gita Trust.

- Bhagavad Gita by Sanderson Beck.

- Bhagavad Gita by Ramanad Prasad (American Gita society).

- Srimad Bhagavad-gita - The Hidden Treasure of the Sweet Absolute (from the Vaishnav' S'rî Caitanya Saraswath math).

Sanskrit dictionary: (Monier-Williams' 'Sanskrit-English Dictionary').

 

  

 

 

   

 
     Bestel het boek: 'Een Lied van Geluk - Een klassieke Gîtâ' 



 

 

 

 

 

Productie en copyright van deze vertaling: Anand Aadhar Prabhu              
De filognostische vertaling is van dezelfde auteur.              
2007©Bhagavata.org