bij het boek de Bhâgavata Purâna

"Het Verhaal van de Fortuinlijke"

door KRISHNA -DVAIPÂYANA VYÂSA

Downloads:
Bekijk de volledige tekstbestanden boek voor boek.

Muziekbestanden
Luister naar MIDI en Audio-bestanden van de devotionele muziek

Afbeeldingen
Bekijk al de afbeeldingen van het boek

Links
Vind de oorspronkelijke tekst en vertaling hoofdstuk voor hoofdstuk en andere links




Afbeeldingen Canto 8 - pagina 1 - 2 - 3 - 4

Hoofdstuk 19 - 20- 21 - 22 - 23 - 24

 

 

Hoofdstuk 19: Heer Vâmanadeva Bedingt een Gift van Bali Mahârâja


(28) Het water afkomstig van Zijn voeten wast de zonden van alle mensen weg. Bali kende het dharma en plaatste op zijn hoofd het zegenrijke water dat ook  door de god der goden, Heer S'iva, die gemerkt is met het teken van de maan, in zijn opperste toewijding op zijn hoofd was aanvaard.'



Hoofdstuk 20: Heer Vâmanadeva Omsluit Alle Werelden


(21) Daarop begon de dwergverschijning van de Onbegrensde Heer zich hoogst wonderbaarlijk uit te breiden tot de ganse omvang van de drievoudigheid van de materie: Hij strekte zich in iedere richting uit over al het land, de hemel, de planetenstelsels, de buitenruimte en de zeeën en de oceanen waar de vogels, de beesten, de mensen, de goden en de heiligen leefden.



Hoofdstuk 21: Bali Mahârâja Ingerekend door de Heer


(6-7) Met water voor de voeten en voor de gasten, bloemenslingers, allerlei pasta's om zich mee in te smeren, geurige wierook en lampen, gebakken rijst, hele granen, vruchten, wortels en jonge spruiten, betoonden ze hun respect onder het uitroepen van 'Jaya, jaya' voor de heerlijkheid van Zijn handelingen. Daarbij dansten ze, zongen ze en bespeelden ze muziekinstrumenten, zoals het laten klinken van schelphoorns en roffelen op pauken.

Hoofdstuk 22: Bali Mahârâja Geeft Zich Geheel Over


(13) Indrasena [Bali] zag zijn grootvader, de meest geliefde, daar aanwezig in zijn volle glorie: met ogen zo groot als lotusblaadjes, prachtig gebouwd, gekleed in saffraan en met een huid zo donker als oogzwart en met lange armen.




(32) Tot dan kan hij in alle vrijheid leven in Sutala [zie 5.24: 18], de plaats ontworpen door [de architect van de hemel] Vis'vakarmâ, waar het voor de bewoners, dankzij Mijn toezicht, onmogelijk is gemaakt dat men psychisch of fysiek gebukt gaat onder verveling, uitputting of verslagenheid.



Hoofdstuk 23: De Halfgoden Herwinnen de Hemelse Plaatsen


(16) Wat betreft de tijd en plaats, de persoon, de hulpmiddelen, [het bezigen van] de mantra's en het naleven van de principes,
kunnen er tekortkomingen optreden, maar die worden allemaal teniet gedaan als men regelmatig gezamenlijk Uw glorie bezingt
[*].




Hoofdstuk 24: Matsya, de Vis-incarnatie van de Heer


(27)  U moet wel de Allerhoogste Persoonlijkheid van God Zelf zijn, de onvergankelijke Heer Nârâyana, die de gedaante van een zeedier heeft aangenomen om alle levende wezens Uw genade te tonen.




(42) Mediterend op wat de Heer had gezegd zag hij een boot op zich afkomen. Hij stond op, pakte de kruiden en klimplanten en ging samen met de brahmanen die de leiding hadden aan boord.

Kijk voor de © copyright rechten van de individuele schilderijen
onderaan het hoofdstuk waar het geplaatst is.



 

volgende pagina