Een Lied van
Geluk
- Een Klassieke
Gîtâ -
|
Hoofdstuk
18b
|
|
Individuele
plicht
en de ene weg der bevrijding
(41) 'O
overwinnaar van je tegenstanders, ontwikkeld
uit de kwaliteiten van de materiële natuur zijn er de
beroepsmatige bezigheden verdeeld naar de individuele aard van de vier
maatschappelijke klassen van de intellectuelen en priesters; de
overheidsdienaren en de militairen, de handelaren en de boeren en de
bedienden en arbeiders38. (42) De intellectuele inspanningen terwille van de kennis,
de wijsheid en het geloof in God zijn van de aard der vrede, van
zelfbeheersing en van verzaking, zowel als van zuiverheid, tolerantie
en eerlijkheid. (43) De manier waarop overheidsdienaren tewerk gaan
wordt gekenmerkt door heldenmoed, krachtdadigheid, vindingrijkheid in
geval van probleemsituaties, standvastigheid, generositeit en
leiderschap. (44) Naar de aard van de koopman treft men het ploegen, de
veehouderij en het handeldrijven als de plicht aan, terwijl de taak van
de arbeiders eruit bestaat dienst te leveren.
(45) Als ieder mens aan zijn plicht beantwoordt zal
volmaaktheid het resultaat zijn. Luister nu naar hoe die volmaaktheid
kan worden bereikt. (46) Als men zijn plicht doet met datgene39 waar al de levende wezens hun bestaan aan te
danken hebben en waarvan dit alles is doortrokken, bereikt een mens de
volmaaktheid. (47) Het is beter gebrekkig te zijn in het doen van de
eigen plicht40, dan
het er volmaakt vanaf te brengen op een vervreemde manier, omdat men
met het tewerk gaan volgens de eigen aard nooit met zichzelf in
conflict zal verkeren. (48) Hoewel het maken van fouten onvermijdelijk
is als men werkt voor een resultaat o zoon van Kuntî, behoort men
nimmer zijn plicht te verzaken, omdat alles wat men onderneemt zonder
twijfel gepaard gaat met vergissingen, zoals een vuur zich hult in een
rookgordijn. (49) Als men van een intelligentie is die vrij is van
gehechtheden en als men, zonder nog verlangens te koesteren, in ieder
opzicht zichzelf in de hand heeft, bereikt men, met de wereldverzakende
orde, de volmaaktheid van het vrij zijn van karmische terugslagen.
(50) Leer van mij hoe, samenvattend, o zoon van
Prithâ, zonder mankeren de spirituele volmaaktheid wordt bereikt,
het stadium van de opperste kennis van de âtmatattva.
(51-53) Als men met zijn intelligentie volkomen in het reine is,
verbonden is in zijn overtuiging en van regulatie is met zaken als
geluiden; als men het opgegeven heeft met de voorwerpen van de
zintuigen, afgezien heeft van de hartstocht en een negatieve houding;
als men afgezonderd leeft, weinig eet en dat wat men zegt, denkt en
doet onder controle heeft; als men zijn toevlucht gezocht heeft in de
onthechting, de ganse dag in het voorbije van de meditatie verkeert en
als men zich niet vereenzelvigt met zijn lichamelijkheid of van fysiek
overwicht, verbeelding, lust, woede en materieel vergaren is, komt men,
als men bevrijd van bezitsdrang dan de vrede leeft, ervoor in
aanmerking in het spirituele zijn zelfverwerkelijking te vinden. (54)
Men bereikt mijn bovenzinnelijke dienst als men, met het leiden van een
spiritueel bestaan, voor het genoegen van de ziel weet te leven en men,
met het zich nimmer beklagen of verlangens koesteren, van een
gelijkgezinde geest is jegens alle levende wezens. (55) Men kent mij
als men toegewijd van dienst is, want dat is wat ik in werkelijkheid
ben; zo gauw men mij op die manier kent, heeft men toegang tot mij
gekregen. (56) Naar de genade van mijn bescherming bereikt men,
ongeacht waar men zich mee bezighoudt, de onvergankelijke eeuwige
verblijfplaats. (57) Zorg ervoor dat je je de hele dag van mij bewust
bent door doelgericht alle mogelijke overwegingen van baatzuchtige aard
op te geven - dat wil zeggen, onder mijn leiding je toevlucht te zoeken
in een in de yoga verenigde intelligentie. (58) Bewust van mij zul je
door mijn genade alle belemmeringen te boven komen, maar als je,
anderzijds, op een egotrip, erin mislukt hieraan te beantwoorden zal je
je verloren weten. (59) Als je, als een escapist, probeert je te
verschuilen in egoïsme en weigert het gevecht aan te gaan, heb je
het bij het verkeerde eind; met de positie die je in de materiële
wereld inneemt, heb je feitelijk geen keuze. (60) Gebonden aan je eigen
handelen overeenkomstig de geboorte die je nam, geef je er, in staat
van begoocheling, de voorkeur aan je niet bezig te houden met dat, o
zoon van Prithâ, wat je zelfs onwillekeurig zult doen. (61)
Arjuna, God houdt zich op in het hart van alle levende wezens, waar Hij
aan ieder schepsel dat onderworpen is aan het mechanische van de
uiterlijke illusie sturing geeft. (62) Geef je in ieder opzicht aan Hem
over, o nakomeling van Bharata, bij Zijn genade zal je het hoogste
verblijf van de eeuwige vrede bereiken. (63) Tot zover mijn
verklaringen over het grotere geheim van de vertrouwelijke kennis; denk
er hier en nu goed over na en doe dan dat wat je wenselijk acht.
(64) Het is omdat je mij zo dierbaar bent dat ik,
voor je eigen bestwil, nogmaals dit meest vertrouwelijke gedeelte van
heel mijn verheven instructie onder woorden breng: (65) Denk aan me,
wordt mijn toegewijde, aanbid me en bewijs me de eer, en ik beloof je,
aangezien je mij lief bent, dat je mij zonder mankeren zult bereiken.
(66) Als je op mij uit bent als de enige waar je je aan moet overgeven
en alle andere manieren van rechtschapen tewerk gaan laat varen, zal ik
je verlossen van alle moeilijkheden die je ten deel vallen, maak je
geen zorgen! (67) Maar onthul dit nooit aan iemand die niet boetvaardig
is, die niet toegewijd is, noch aan iemand die niet bereid is te
luisteren of aan iemand die zich tegen mij heeft gekeerd. (68) Hij die
aan toegewijde mensen uitleg verschaft over dit meest vertrouwelijke
geheim van mij, houdt zich in relatie tot mij bezig met
bovenzinnelijke, toegewijde dienst en zal mij zonder twijfel bereiken.
(69) Er is onder de mensen niemand die mij liever is, noch zal er op
aarde ook maar iemand zijn die mij liever zal worden dan zo iemand.
(70) Door het offer terwille van de kennis dat gebracht wordt door een
persoon die dit heilige gesprek van ons bestudeert, zal ik aanbeden
zijn. Dat is hoe ik het zie. (71) Dat menselijk wezen dat met geloof,
vrij van afgunst, ernaar luistert, zal, behalve bevrijd te raken, ook
de gunstige werelden der godvruchtigen bereiken. (72) O zoon van tante
Prithâ, kon je volgen wat ik allemaal aan het uitleggen was? Is
de begoocheling die teweeggebracht werd door een gebrek aan kennis nu
verdreven, o winnaar van de weelde?'
(73) Arjuna zei: 'De illusie is verdreven en mijn
geheugen is weer terug. Jouw genade nam mijn twijfels weg o onfeilbare,
ik sta nu weer met mijn benen op de grond. Ik zal doen wat je me gezegd
hebt te doen.' "
(74) Sañjaya zei: "Dit is wat ik vernam van
het wonderbaarlijke en verbluffende gesprek tussen de grote zielen
Krishna en Arjuna. (75) Dankzij Vyâsadeva16, kon ik uit de eerste hand uit de mond van
Krishna, de meester van het zich verenigen in het bewustzijn in eigen
persoon, horen hoe dit geheim betreffende het opperste van de yoga ter
sprake kwam. (76) O meester van de politiek, het herhaaldelijk
terugdenken aan dit prachtige en vrome gesprek tussen de man van de
schoonheid en Arjuna, doet mijn hart telkens weer overlopen van
vreugde. (77) En ook ben ik, iedere keer als ik mij die ontzaglijk
verbazingwekkende gedaante van Krishna weer voor de geest haal o
bestuurder der mensen, tot mijn grote vreugde keer op keer getroffen
door verwondering. (78) Ik ben ervan overtuigd dat overal waar de
meester in de yoga Krishna en de zoon van Prithâ met zijn boog en
pijlen te vinden zijn, men daar verzekerd is van de volheid, de
victorie, een grote macht en een hoogstaande moraal."
Aldus eindigt Een Lied van Geluk - Een klassieke
Gîtâ, die gedurende de maand mei 2760 AUC12 werd vertaald naar de geest van zijn
tijd, door Anand Aadhar Prabhu41, de meester in de âtmatattva
die in die hoedanigheid de grondvesting van het geluk wordt genoemd.
Hij deed dit ten dienste van het goddelijk gezelschap van de grote
zielen van zijn tijd en de velen die hem voorgingen in deze taak.
Moderne
versie
h18b
| Vorige editie h18b | Download | Vedabase ch18
Bestel het boek: 'Een Lied van Geluk - Een klassieke
Gîtâ'
|