bij het boek de Bhāgavata Purāna

"Het Verhaal van de Fortuinlijke"

door KRISHNA -DVAIPĀYANA VYĀSA

Downloads:
Bekijk de volledige tekstbestanden boek voor boek.

Muziekbestanden
Luister naar MIDI en Audio-bestanden van de devotionele muziek

Afbeeldingen
Bekijk al de afbeeldingen van het boek

Links
Vind de oorspronkelijke tekst en vertaling hoofdstuk voor hoofdstuk en andere links




Afbeeldingen Canto 10 deel 3 - pagina 1 - 2 - 3 - 4

Hoofdstuk 64 - 65 - 66 - 67 - 68


 


Hoofdstuk 64: Over het Bestelen van een Brahmaan:
Koning Nriga een Kameleon

(5) De lotusogige Opperheer, de Handhaver van het Universum, ging een kijkje nemen,
zag het, en haalde het met Zijn linker hand met gemak naar boven.
 



Hoofdstuk 65: Heer Balarāma in Vrindāvana
en de Stroom Verdeeld

(27) De [godin van de] Yamunā aldus berispt, viel Hem bevreesd ten voeten, o Koning en sprak bevend de volgende woorden tot de nazaat van Yadu [*]: (28)'Rāma, Balarāma, o machtig gearmde, wat weet ik nu van Uw macht, o Meester van het Universum die met een enkel deelaspect van U [dat van S'esha] de aarde draagt?


 (24-25) Hij met Zijn bloemen, met een enkele oorhanger, dwaas van het plezier, met Zijn Vaijayantī bloemenslinger om en met Zijn lachende, lotusgelijke gezicht overdekt door zweetdruppeltjes als waren het sneeuwvlokken, riep toen om de Yamunā met het voornemen in het water te spelen. Maar toen de rivier Zijn dronken woorden daarop negeerde en niet kwam, werd ze door Hem kwaad met de punt van Zijn ploeg erbij gesleept: (26) 'Door Mij opgeroepen kom je niet, o zondige. Omdat je buiten Mij om je beweegt naar eigen goeddunken, zal Ik je hier brengen met de punt van Mijn ploeg verdeeld in honderden stroompjes!'




Hoofdstuk 66: De Valse Vāsudeva Paundraka en
Zijn Zoon Verzengd door Hun Eigen Vuur

(16) De vijanden vielen de Heer aan met drietanden, knotsen en knuppels,
spiesen, messen, projectielen met weerhaken, lansen, zwaarden, bijlen en pijlen.


 


Hoofdstuk 67: Balarāma Maakt een Einde
aan de Aap Dvivida

(2) S'rī S'uka zei: 'Er was een zekere aap genaamd Dvivida ['de dubbelhartige'], een vriend van Naraka [ofwel Bhaumāsura, zie 10.59]. Hij was de machtige broer van Mainda en een raadsheer van Sugrīva [de aanvoerder van de apen, zie ook 9.10: 32, *]. (3) Teneinde zijn vriend te wreken [die door Krishna was gedood] richtte deze aap schade aan door de steden, dorpen, mijnen en koeherdersgemeenschappen in het koninkrijk in brand te steken.



Hoofdstuk 68: Het Huwelijk van Sāmba en de
Kuru Stad Gesleept Bevend voor Zijn Woede

(40) Vandaag nog zal Ik de aarde bevrijden van de Kaurava's!', en aldus Zich kwaad uitsprekend nam Hij Zijn ploeg ter hand en rees op als wou Hij de drie werelden verzengen.



(41) Met de punt van Zijn ploeg trok Hij woedend de stad Hastināpura naar boven en sleurde haar mee met de bedoeling haar in de Ganges te werpen.



Kijk voor de © copyright rechten van de individuele schilderijen  
 onderaan het hoofdstuk waar het geplaatst is.




volgende pagina