bij het boek de Bhâgavata Purâna

"Het Verhaal van de Fortuinlijke"

door KRISHNA -DVAIPÂYANA VYÂSA

Downloads:
Bekijk de volledige tekstbestanden boek voor boek.

Muziekbestanden
Luister naar MIDI en Audio-bestanden van de devotionele muziek

Afbeeldingen
Bekijk al de afbeeldingen van het boek

Links
Vind de oorspronkelijke tekst en vertaling hoofdstuk voor hoofdstuk en andere links




Afbeeldingen Canto 7 - pagina 1-2-3

Hoofdstuk 6 - 7 - 8 - 9 - 10


 

Hoofdstuk 11: De Volmaakte Samenleving:
Over de Vier Sociale Klassen en de Vrouw


(8-12) Waarheidsliefde, mededogen, verzaking en reinheid [met de vidhi], tolerantie, onderscheidingsvermogen, kalmte en zelfbeheersing, geweldloosheid, celibaat, vrijgevigheid en studie van de geschriften, oprechtheid, tevredenheid en dienst aan de heiligen [met yama en niyama]; het geleidelijk aan breken met het niet-noodzakelijke, het ernst betrachten met het vermijden van loze praat, zelfonderzoek, het delen van voedsel en drinken met alle levende wezens en het iedereen bovenal beschouwen als deel uitmakend van God, o Pândava; met te luisteren en te zingen zowel als met het zich heugen van Hem die de toevlucht van al de groten is, bijwonen, vereren en gunstig stemmen, een dienaar zijn, een vriend te zijn en een overgegeven ziel zijn [in bhâgavata dharma]; het bezitten van al de dertig eigenschappen zoals vermeld, is het opperste van het dharma dat de Heer, de Ziel van Allen, behaagt, o Koning [vergelijk B.G. 12: 13-20].



(25) vrouw met een heilig respect voor haar echtgenoot zal zich kenmerken door hem steeds te volgen in zijn geloften, door haar bereidwilligheid hem van dienst te zijn, door het haar echtgenoot naar de zin te maken en door welwillend te zijn jegens zijn vrienden en verwanten [zie ook B.G. 1: 40].


Hoofdstuk 12: De Vier Âsrama's en Hoe het Lichaam te Verlaten

(11) De zo-even [in vers 6] beschreven aanwijzingen van de goeroe voor een huishouder, gelden evenzogoed voor een verzaakt iemand, zij het dat de huishouder gedurende een bepaalde periode seksuele omgang kan hebben [zie ook B.G. 7: 11].


Hoofdstuk 13: Het Gedrag van een Heilige Persoon

(26) Maar ziend hoe, in die positie steeds handelend ter vermijding van ellende en ten gunste van het plezier dat mannen en vrouwen hebben, men het tegenovergestelde bereikt, heb ik een eind gemaakt aan die activiteiten. (27) Gelukkig zijn is de natuurlijke positie van de ziel en het beëindigen van alle materiële handelingen vormt de reden van de manifestatie van dat geluk. Begrepen hebbend dat zinsgenoegens het gevolg zijn van het koesteren van verlangens, lig ik hier nu in stilte te sluimeren.


Hoofdstuk 14: Het Allerhoogste van het Leven
als een Huishouder

(24) Het zijn deze gunstige tijden [van het regelmatig zijn met natuurlijke gebeurtenissen] die het lot van de mensen ten goede keren. Om voor de mens gedurende alle seizoenen goedgunstigheid, succes en langlevendheid te realiseren moet men daarom op die dagen allerlei plechtigheden houden [*].


Hoofdstuk 15: Nârada's Instructies over Vegetarisch Delen,
Goddeloosheid, Genezen, Yoga en Advaita

(26) De goeroe, die het licht op het pad vormt, moet men zien als de Allerhoogste Heer in eigen persoon en degene die hem en wat hij van hem hoorde beschouwt als zijnde sterfelijk en tijdgebonden, is als een olifant die is schoongewassen [en dan een stofbad neemt].


(55) Telkens weer opnieuw geboren wordend op deze weg van God, zoals dit [nivritti proces] wordt genoemd, [zie ook B.G. 8: 16], keert hij die ijvert voor de zelfverwerkelijking en de vrede van de ziel verlangt, niet weer terug als hij eenmaal zijn plaats heeft gevonden in het ware zelf.



Kijk voor de © copyright rechten van de individuele schilderijen
onderaan het hoofdstuk waar het geplaatst is.



 


volgende pagina