regelbalk



 

Canto 4

Govinda jaya jaya

 
 

Hoofdstuk 4: Satî Verlaat haar Lichaam

(1) S'rî Maitreya zei: 'Nadat hij dit allemaal gezegd had over het [mogelijke] einde van het fysieke bestaan van zijn vrouw, viel Heer S'iva stil. Omdat ze nu dankzij S'iva begreep dat ze kon kiezen tussen er naar verlangen haar verwanten te zien en er bang voor zijn om ze te bezoeken, stond ze in dubio of ze nu wel of niet moest gaan. (2) Gefrustreerd in haar verlangen haar familieleden te treffen had ze het er moeilijk mee en liet ze geëmotioneerd haar tranen de vrije loop. Trillend keek ze boos naar haar Bhava, de ongeëvenaarde, alsof ze hem wilde verbranden. (3) Zwaar ademend liep ze weg bij hem, de heilige haar zo dierbaar die zij de helft van haar lichaam had geschonken. Van slag door de treurnis en woede in haar hart, ging ze, met haar intelligentie versluierd door haar vrouwelijke aard, toen naar het huis van haar vader. (4) Snel in haar eentje vertrekkend werd Satî terstond gevolgd door de duizenden metgezellen en Yaksha's van de drieogige [Heer S'iva] die werden aangevoerd door Manimân en Mada. Niet bang [Heer S'iva alleen achter te laten] hadden ze de stier Nandî voorop geplaatst. (5) Met haar op de uitgedoste stier gezet namen ze haar lievelingsvogel, bal, spiegel, lotusbloem, witte parasol, muskietennet, bloemenslingers en andere zaken mee onder de begeleiding van de muziek van trommels, schelphoorns en fluiten. (6) Zo betrad ze de offerplaats waar, met de offerdieren, potten, klei, hout, ijzer, goud, het gras en de huiden om op te zitten en in de aanwezigheid van de grote wijzen en gezagsdragers, de offerplechtigheid werd gehouden opgeluisterd door de geluiden van Vedische hymnen overal eromheen.  (7) Maar toen ze daar aankwam werd ze, uit angst voor degene die het offer bracht [Daksha], door niemand met respect verwelkomd, behalve dan natuurlijk door haar eigen zussen en moeder die haar vol eerbied omhelsden met verheugde gezichten en kelen verstikt door tranen van genegenheid. (8) Satî echter, niet welkom geheten door haar vader, reageerde niet op het eerbetoon van de begroetingen van haar zusters, moeder en tantes die met gepast respect naar behoren haar op de hoogte stelden en haar geschenken en een zitplaats boden. (9) Inziend dat haar vader zonder offergaven voor S'iva, uit minachting voor de godheid, de machtige niet voor de bijeenkomst van het offer had uitgenodigd, werd Satî zeer kwaad met een vlammende blik als wilde ze de veertien werelden verzengen. (10) De godin begon toen goed hoorbaar in het bijzijn van allen met woorden vol van woede S'iva's tegenstanders te vervloeken die zo trots waren op hun moeizame offers, terwijl ze S'iva's Bhûta's die klaar stonden om tot de aanval over te gaan, gebood zich afzijdig te houden. (11) De godin zei: 'Niemand in de wereld is zijn [S'iva's] rivaal, zijn vijand of hem [bijzonder] dierbaar. Wie anders dan u [o vader] zou jaloers zijn op hem, hij, het meest geliefde wezen van het universum, die vrij is van vijandigheid? (12) In tegenstelling tot u, o tweemaal geborene, zoekt hij geen fouten in de kwaliteiten van hen die de waarheid zoeken. Bij anderen bevordert hij eerder, zoveel hij kan, ieder beetje goed dat hij aantreft. En nu zit u bij hem, de grootste van alle personen, fouten te vinden. (13) Het wekt geen verbazing, dit steeds maar denigreren van glorieuze personen door hen die het vergankelijke lichaam aanzien voor het ware zelf. Het is een lelijk kwaad jaloers te zijn op grote persoonlijkheden, voorbeelden bij het stof van wiens voeten men - tot zijn geluk - zijn vuur getemperd ziet. (14) Personen die slechts een enkele keer vanuit hun hart de twee lettergrepen van zijn naam uitspreken, zien hun zondige handelen onmiddellijk verslagen. Voor die S'iva, wiens gebod nooit wordt geminacht en die van een onberispelijke reputatie is, koestert u nu vreemd genoeg haat en nijd. (15) In dienst aan zijn lotusvoeten oefenen de hogere persoonlijkheden hun bij-gelijke geesten terwille van de nectar van de bovenzinnelijke verrukking, terwijl hij voor de gewone man degene is die men zoekt om alle wensen in vervulling te doen gaan. Dat uitgerekend u nu tegen hem moet zijn, hij de vriend van alle levende wezens in al de drie werelden! (16) Denkt u nu werkelijk dat anderen dan u, zoals Heer Brahmâ en zijn brahmanen, geen weet hebben van de ongunstige roep van hem die wordt geassocieerd met de demonen en die, met zijn loshangende samengeklitte haren, is omhangen met schedels en besmeurd is met as van de begraafplaats? Niettemin nemen zij wel de bloemen op hun hoofden die van de voeten vielen van hem die goedgunstig oftewel S'iva wordt genoemd! (17) Als je wordt geplaatst voor mensen die onverantwoordelijk de heerser van de religie belasteren, zou je je oren moeten dichtstoppen en weg moeten lopen, als het niet anders kan. En als je wel iets kan doen, zou je met geweld de tong van dergelijke kwaadsprekende godslasteraars moeten uitsnijden en vervolgens je leven moeten opgeven. Dat is de manier om dat soort zaken aan te pakken! (18) Daarom zal ik niet langer dit lichaam met me meezeulen dat ik van u, die S'iva ['met de donkere nek'] belasterde, heb ontvangen. Om je te zuiveren van het per ongeluk gegeten hebben van giftig voedsel kan je maar het beste gaan overgeven, zo zegt men. (19) Verheven transcendentalisten die behagen scheppen in hun leven, houden zich niet altijd aan de regels van de Veda's, de weg van de goden verschilt van die van de mensen. Je moet [daarom] niet iemand anders [zoals S'iva] de maat willen nemen vanuit je eigen unieke plichtsbetrachting [zie ook B.G. 18: 47]. (20) Naar waarheid wordt er in de Veda's onderscheid gemaakt tussen handelingen in gehechtheid en handelingen in onthechting [pravritti en nivritti dharma]. Op basis van die twee kenmerken van het dharma heb je aldus twee keuzen. Om van beide te zijn is strijdig en zo kan het dan zijn dat geen van deze bezigheden naar de zin is van de transcendentalist. (21) O vader, de wegen die wij volgen zijn niet de uwe, ze worden niet aangeprezen door hen die, bevredigd door het voedsel van de offers, het rituele pad volgen en zo aan hun trekken komen. Ze vormen het pad van de geheelonthouders die de niet-gemanifesteerde vorm van het offeren volgen. (22) Met uw overtredingen jegens S'iva en het ontkennen van dit lichaam dat werd voortgebracht door uw lichaam, zeg ik: genoeg is genoeg! Ik schaam me ervoor dat ik voor zo'n verwerpelijke geboorte heb gekozen. Wat een schande is het om door je geboorte verwant te zijn met zo'n slechte persoon, met iemand die grote persoonlijkheden beledigt. (23) Vanwege de familieband die ik met u heb wordt ik er triest van als ik mijn grote Heer S'iva mij 'dochter van Daksha' hoor noemen. Al mijn vreugde en glimlachen verdwijnen dan onmiddellijk. Daarom zal ik deze zak met beenderen die door uw lichaam werd voortgebracht opgeven!'

(24)
Maitreya zei: 'O vernietiger van de vijand, aldus in het offerperk tot Daksha sprekend, ging ze in stilte op de grond zitten met haar gezicht naar het noorden. Na water te hebben beroerd sloot ze, gehuld in saffraankleurige kleding, toen haar ogen om de verzonkenheid te vinden in het proces van de yoga. (25) In de beheersing van haar yogahouding bracht ze de inwaarts en uitwaarts gaande adem in evenwicht en stuurde zij die geen blaam treft haar levensadem naar boven. Met intelligentie hief ze hem geleidelijk op van de navelcakra naar het hart, van het hart naar de luchtpijp en van de keel naar de plek tussen haar wenkbrauwen. (26) In haar verlangen het op te geven vanwege haar woede jegens Daksha, concentreerde zij die keer op keer vol van respect op de schoot van de meest aanbiddelijke van alle heiligen had gezeten, zich door de oefening van haar wilskracht op de lucht en het vuur in haar lichaam. (27) Toen ze daar mediterend in haar geest niets anders voor zich zag dan de nectargelijke lotusvoeten van haar echtgenoot, de hoogste geestelijk leraar van het universum, en ze vrij was van alle smetten, stond spoedig het lichaam van Satî in lichterlaaie door het vuur dat voortkwam uit haar verzonkenheid.

(28)
Van de kant van hen die er daar getuige van waren ontstond er een in de hemel en op aarde luid weerklinkend, wonderbaarlijk tumult: 'Ohhh..., helaas heeft Satî, de geliefde godin van de meest respectabele halfgod, haar leven opgegeven uit woede over Daksha. (29) Och, zie toch hoe enorm zielloos hij is, de Prajâpati uit wie alle generaties zijn ontsproten. Met zijn gebrek aan respect heeft zij vrijwillig haar lichaam opgegeven, zij, zijn eigen dochter Satî die ons herhaalde respect volkomen waard is. (30) Hij zo hardvochtig en de brahmaanse status onwaardig, zal wijd en zijd een slechte roep verwerven in de wereld omdat hij met zijn overtredingen, als een vijand van Heer S'iva, niet wist te verhinderen dat zijn eigen dochter zich voorbereidde op de dood!' (31) Terwijl de mensen onderling zo met elkaar spraken na getuige te zijn geweest van de wonderbaarlijke dood van Satî, stonden de dienaren van S'iva met geheven wapens op met de bedoeling Daksha te doden. (32) Maar zo gauw hij ze zag aankomen offerde Bhrigu snel offergaven in het zuidelijke vuur terwijl hij hymnen uit de Yajur Veda reciteerde om de vernietigers van een offer af te weren. (33) Door de gaven die werden geofferd door Bhrigu manifesteerden zich bij duizenden de halfgoden genaamd de Ribhu's die, dankzij de maan [Soma] en door boetedoeningen, grote kracht hadden verworven. (34) Al de geesten en Guhyaka's [de wachters van S'iva] werden door hen aangevallen met stukken brandhout uit het vuur. Aldus door de gloed van enkel de brahmaanse macht [opgejaagd], vluchtten ze daarop weg in alle richtingen.'

   

next                           

 
Derde herziene editie, geladen 4 juli 2017.

 

 

 

Vorige Aadhar-editie en Vedabase links:

 Tekst 1

S'rî Maitreya zei: 'Nadat hij dit allemaal gezegd had over het [mogelijke] einde van het fysieke bestaan van zijn vrouw, viel Heer S'iva stil. Omdat ze nu dankzij S'iva begreep dat ze kon kiezen tussen er naar verlangen haar verwanten te zien en er bang voor zijn om ze te bezoeken, stond ze in dubio of ze nu wel of niet moest gaan.
S'rî Maitreya zei: 'Na dit gezegd te hebben over het einde van het lichaam van zijn vrouw was Heer S'iva stil. Daar zij door S'iva het van de twee kanten te zien kreeg van zowel bezorgd zijn over als bang zijn voor het bezoeken van haar verwanten, wist ze in dubio niet hoe ze zich moest opstellen. (Vedabase)

 

Tekst 2

Gefrustreerd in haar verlangen haar familieleden te treffen had ze het er moeilijk mee en liet ze geëmotioneerd haar tranen de vrije loop. Trillend keek ze boos naar haar Bhava, de ongeëvenaarde, alsof ze hem wilde verbranden.

Niet gehonoreerd in haar verlangen haar familieleden te treffen was ze daar zeer spijtig over en liet ze uit genegenheid haar tranen de loop; trillend keek ze naar haar Bhava, de ongeëvenaarde, met woede alsof ze hem wilde vermoorden. (Vedabase)

 

Tekst 3

Zwaar ademend liep ze weg bij hem, de heilige haar zo dierbaar die zij de helft van haar lichaam had geschonken. Van slag door de treurnis en woede in haar hart, ging ze, met haar intelligentie versluierd door haar vrouwelijke aard, toen naar het huis van haar vader.

Toen verliet ze zwaar ademend hem, de heilige haar zo dierbaar die zij haar helft van het lichaam had gegeven; emotioneel door haar treurnis en woede ging ze, met haar hart gezet naar haar vader, naar haar familiehuis uit liefde voor zijn belichaming, in haar intelligentie begoocheld door haar vrouwelijke aard. (Vedabase)


Tekst 4

Snel in haar eentje vertrekkend werd Satî terstond gevolgd door de duizenden metgezellen en Yaksha's van de drieogige [Heer S'iva] die werden aangevoerd door Manimân en Mada. Niet bang [Heer S'iva alleen achter te laten] hadden ze de stier Nandî voorop geplaatst.

Zo vlotjes alleen vertrekkend werd Satî, die geen angst kende, snel gevolgd door Manimân en Mada met de stier Nandî in het gezelschap van de duizenden van metgezellen en Yaksha's van de drieogige [Heer S'iva]. (Vedabase)


Tekst 5

Met haar op de uitgedoste stier gezet namen ze haar lievelingsvogel, bal, spiegel, lotusbloem, witte parasol, muskietennet, bloemenslingers en andere zaken mee onder de begeleiding van de muziek van trommels, schelphoorns en fluiten.

Op de uitgedoste stier gezet, werden haar lievelingsvogel, bal, spiegel, lotusbloem, witte parasol, muskietennet, bloemenslingers en andere zaken met haar meegevoerd onder de begeleiding van de muziek van trommels, schelphoorns en fluiten. (Vedabase)

 

Tekst 6

Zo betrad ze de offerplaats waar, met de offerdieren, potten, klei, hout, ijzer, goud, het gras en de huiden om op te zitten en in de aanwezigheid van de grote wijzen en gezagsdragers, de offerplechtigheid werd gehouden opgeluisterd door de geluiden van Vedische hymnen overal eromheen. 

Ze arriveerde toen daar waar de offerplechtigheid, opgeluisterd door de geluiden van vedische hymnen, werd gehouden in de aanwezigheid van de grote wijzen en grote geesten van overal samengekomen terwille van het offeren met al de offerdieren, potten, klei, hout, ijzer, goud en het gras en de huiden om op te zitten. (Vedabase)

 

Tekst 7

Maar toen ze daar aankwam werd ze, uit angst voor degene die het offer bracht [Daksha], door niemand met respect verwelkomd, behalve dan natuurlijk door haar eigen zussen en moeder die haar vol eerbied omhelsden met verheugde gezichten en kelen verstikt door tranen van genegenheid.

Toen ze daar aankwam werd ze niet met respect verwelkomt uit angst voor degene die het offer bracht [Daksha], behalve dan natuurlijk door haar eigen zussen en moeder, die haar met eerbied omhelsden met verheugde gezichten en kelen verstikt door tranen van genegenheid. (Vedabase)

 

Tekst 8

Satî echter, niet welkom geheten door haar vader, reageerde niet op het eerbetoon van de begroetingen van haar zusters, moeder en tantes die met gepast respect naar behoren haar op de hoogte stelden en haar geschenken en een zitplaats boden.

Maar Satî, niet verwelkomd door haar vader, kon het niet aanvaarden te worden geëerd door de begroetingen van haar zusters, moeder en tantes die met gepast respect naar behoren haar op de hoogte stelden en haar geschenken en een zitplaats boden. (Vedabase)

 

Tekst 9

Inziend dat haar vader zonder offergaven voor S'iva, uit minachting voor de godheid, de machtige niet voor de bijeenkomst van het offer had uitgenodigd, werd Satî zeer kwaad met een vlammende blik als wilde ze de veertien werelden verzengen.

Ziend dat haar vader geen offergaven had voor S'iva en dat het offerperk zonder achting voor de godheid was, de Heer niet in de offerbijeenkomst ontvangend, werd Satî zeer kwaad en keek ze laaiend alsof ze de veertien werelden met haar blikken wilde verzengen. (Vedabase)

 

Tekst 10

De godin begon toen goed hoorbaar in het bijzijn van allen met woorden vol van woede S'iva's tegenstanders te vervloeken die zo trots waren op hun moeizame offers, terwijl ze S'iva's Bhûta's, die klaar stonden om tot de aanval over te gaan, gebood zich afzijdig te houden.

De godin begon, goed te horen in het bijzijn van allen, met woorden vol van woede, S'iva's tegenstanders te vervloeken die zo trots waren op hun moeizame offers, onderwijl zijn Bhûta's, die bereid waren tot de aanval over te gaan, gebiedend zich terug te houden. (Vedabase)

 

Tekst 11

De godin zei: 'Niemand in de wereld is zijn [S'iva's] rivaal, zijn vijand of hem [bijzonder] dierbaar. Wie anders dan u [o vader] zou jaloers zijn op hem, hij, het meest geliefde wezen van het universum, die vrij is van vijandigheid?

De gezegende zei: 'Niemand in deze wereld is zijn rivaal, er is niemand belichaamd die hem dierbaar is of zijn vijand is; jegens S'iva, het meest geliefde wezen van het universum, die vrij is van vijandigheid is er, behalve u, niemand die reden heeft afgunstig op hem te zijn. (Vedabase)

 

Tekst 12

In tegenstelling tot u, o tweemaal geborene, zoekt hij geen fouten in de kwaliteiten van hen die de waarheid zoeken. Bij anderen bevordert hij eerder, zoveel hij kan, ieder beetje goed dat hij aantreft. En nu zit u bij hem, de grootste van alle personen, fouten te vinden.

In tegenstelling tot u, o tweemaal geborene, zoekt hij geen fouten in de kwaliteiten van de zoekers der waarheid, met anderen vergroot hij zo veel mogelijk ieder beetje goed uit dat hij aantreft en met hem, de grootste van alle personen, bent u het die aan het foutvinden is. (Vedabase)

 

Tekst 13

Het wekt geen verbazing, dit steeds maar denigreren van glorieuze personen door hen die het vergankelijke lichaam aanzien voor het ware zelf. Het is een lelijk kwaad jaloers te zijn op grote persoonlijkheden, voorbeelden bij het stof van wiens voeten men - tot zijn geluk - zijn vuur getemperd ziet.

Dit denigreren van hen die van de glorie zijn door degenen die het vergankelijke lichaam aanzien voor het ware zelf, is een lelijk kwaad, dat een afgunst inhoudt op grote persoonlijkheden die waarlijk zeer nuttig is in het, bij het stof van die voeten der heiligheid, neerhalen van henzelf. (Vedabase)

 

Tekst 14

Personen die slechts een enkele keer vanuit hun hart de twee lettergrepen van zijn naam uitspreken, zien hun zondige handelen onmiddellijk verslagen. Voor die S'iva, wiens gebod nooit wordt geminacht en die van een onberispelijke reputatie is, koestert u nu vreemd genoeg haat en nijd.

Personen die slechts maar een enkele keer vanuit het hart de twee lettergrepen van zijn naam uitspreken, zien hun zondige handelen onmiddellijk verslagen; die S'iva wiens gebod nooit wordt geminacht en die van een onberispelijke reputatie is - daar bent u vreemd genoeg afgunstig op. (Vedabase)

 

Tekst 15

In dienst aan zijn lotusvoeten oefenen de hogere persoonlijkheden hun bij-gelijke geesten terwille van de nectar van de bovenzinnelijke verrukking, terwijl hij voor de gewone man degene is die men zoekt om alle wensen in vervulling te doen gaan. Dat uitgerekend u nu tegen hem moet zijn, hij de vriend van alle levende wezens in al de drie werelden!

Bezig aan zijn lotusvoeten oefenen de hogere persoonlijkheden die de bovenzinnelijke verrukking nastreven hun denken en voor de gewone man is hij de nectar die gezocht wordt die alle wensen in vervulling doet gaan; jegens hem, de vriend van alle levende wezens van al de drie werelden, is het van alle mensen u die zo is. (Vedabase)

 

Tekst 16

Denkt u nu werkelijk dat anderen dan u, zoals Heer Brahmâ en zijn brahmanen, geen weet hebben van de ongunstige roep van hem die wordt geassocieerd met de demonen en die, met zijn loshangende samengeklitte haren, is omhangen met schedels en besmeurd is met as van de begraafplaats?  Niettemin nemen zij wel de bloemen op hun hoofden die van de voeten vielen van hem die goedgunstig oftewel S'iva wordt genoemd!

Denkt u nu werkelijk dat anderen dan u zoals Heer Brahmâ en zijn brahmanen er geen weet van hebben dat hij die als ongunstig wordt geassocieerd met de demonen, die met zijn loshangende samengeklitte haren van de begraafplaats is omhangen met schedels en besmeurd is met as, door hen goedgunstig oftewel S'iva wordt genoemd, op hun hoofden de bloemen nemend die van zijn voeten afvielen? (Vedabase)
 
Tekst 17

Als je wordt geplaatst voor mensen die onverantwoordelijk de heerser van de religie belasteren, zou je je oren moeten dichtstoppen en weg moeten lopen, als het niet anders kan. En als je wel iets kan doen, zou je met geweld de tong van dergelijke kwaadsprekende godslasteraars moeten uitsnijden en vervolgens je leven moeten opgeven. Dat is de manier om dat soort zaken aan te pakken!

Men zou zijn oren moeten dichtstoppen en weg moeten gaan als er niets anders kan worden gedaan als men wordt geconfronteerd met mensen die onverantwoordelijk de heerser der religie belasteren; en àls men er toe in staat is, zou men met geweld de tong van dergelijke kwaadsprekende godslasteraars moeten uitsnijden en vervolgens zijn eigen leven moeten opgeven. Dat is de manier om dat soort zaken aan te pakken! (Vedabase)

 

Tekst 18

Daarom zal ik niet langer dit lichaam met me meezeulen dat ik van u, die S'iva ['met de donkere nek'] belasterde, heb ontvangen. Om je te zuiveren van het per ongeluk gegeten hebben van giftig voedsel kan je maar het beste gaan overgeven, zo zegt men.

Daarom zal ik niet langer dit lichaam met me meezeulen dat ik van u, die God belastert, heb ontvangen; om je te zuiveren van het abusievelijk gegeten hebben van giftig voedsel kan men het beste gaan overgeven. (Vedabase)

 

Tekst 19

Verheven transcendentalisten die behagen scheppen in hun leven, houden zich niet altijd aan de regels van de Veda's, de weg van de goden verschilt van die van de mensen. Je moet [daarom] niet iemand anders [zoals S'iva] de maat willen nemen vanuit je eigen unieke plichtsbetrachting [zie ook B.G. 18: 47].

De wegen van de mensen en de goden scheiden zich als het denken, in feite van de grote wijzen zich in zichzelf verheugend, niet in staat is de geboden van de Veda na te volgen; en op de eigen plichtsvervulling teruggeworpen moet men dan niet die van een ander gaan kritiseren. (Vedabase)


Tekst 20

Naar waarheid wordt er in de Veda's onderscheid gemaakt tussen handelingen in gehechtheid en handelingen in onthechting [pravritti en nivritti dharma]. Op basis van die twee kenmerken van het dharma heb je aldus twee keuzen. Om van beide te zijn is strijdig en zo kan het dan zijn dat geen van deze bezigheden naar de zin is van de transcendentalist.

Naar waarheid wordt er in de Veda's onderscheid gemaakt tussen handelingen in gehechtheid en handelingen in onthechting [pravritti en nivritti dharma], zodat van de beide kenmerken er twee keuzen zijn; om van beide te zijn is een tegenstrijdigheid en zo is het dan dat geen van deze activiteiten naar de zin zijn van hij die van de transcendentie is [S'iva]. (Vedabase)
 

Tekst 21

O vader, de wegen die wij volgen zijn niet de uwe, ze worden niet aangeprezen door hen die, bevredigd door het voedsel van de offers, het rituele pad volgen en zo aan hun trekken komen. Ze vormen het pad van de geheelonthouders die de niet-gemanifesteerde vorm van het offeren volgen.

O vader, werd niet al de welvaart die we van u hebben, verworven langs de weg der offers? In het genoegen vinden in het voedsel en de geofferde benodigdheden werd het lofprijzen van hem die zijn oorzaak vindt in het ongemanifesteerde bereikt door de zelfgerealiseerden! (Vedabase)

 

Tekst 22

Met uw overtredingen jegens S'iva en het ontkennen van dit lichaam dat werd voortgebracht door uw lichaam zeg ik: genoeg is genoeg! Ik schaam me ervoor dat ik voor zo'n verwerpelijke geboorte heb gekozen. Wat een schande is het om door je geboorte verwant te zijn met zo'n slechte persoon, met iemand die grote persoonlijkheden beledigt.

Met dit lichaam van u dat niet Heer S'iva toebehoort in het begaan hebben van deze overtredingen, moet genoeg genoeg zijn met zo een verwerpelijke geboorte; ik schaam me er diep voor om verwant te zijn met zo een slechte persoon door die geboorte; het is zo beschamend bij iemand te horen die grote persoonlijkheden beledigt.  (Vedabase)

Tekst 23

Vanwege de familieband die ik met u heb wordt ik er triest van als ik mijn grote Heer S'iva mij 'dochter van Daksha' hoor noemen. Al mijn vreugde en glimlachen verdwijnen dan onmiddellijk. Daarom zal ik deze zak met beenderen die door uw lichaam werd voortgebracht opgeven!'

Met het hebben van deze familieband met u wordt ik er zeer triestig onder zo gauw ik mijn grote Heer S'iva mij 'dochter van Daksha' hoor noemen, al mijn vreugde en glimlachen verdwijnen dan onmiddellijk; derhalve zal ik deze zak met beenderen uit uw lichaam voortgebracht opgeven!' (Vedabase)

 

Tekst 24

Maitreya zei: 'O vernietiger van de vijand, aldus in het offerperk tot Daksha sprekend, ging ze in stilte op de grond zitten met haar gezicht naar het noorden. Na water te hebben beroerd sloot ze, gehuld in saffraankleurige kleding, toen haar ogen om de verzonkenheid te vinden in het proces van de yoga.

Maitreya zei: 'Aldus tot Daksha sprekend in het offerperk, zette ze zich in stilte neer op de grond met het gezicht naar het noorden en na water te hebben beroerd, sloot ze, gehuld in saffraankleurige kleding, haar ogen, de verzonkenheid vindend in het proces van de yoga. (Vedabase)

 

Tekst 25

In de beheersing van haar yogahouding bracht ze de inwaarts en uitwaarts gaande adem in evenwicht en stuurde zij die geen blaam treft haar levensadem naar boven. Met intelligentie hief ze hem geleidelijk op van de navelcakra naar het hart, van het hart naar de luchtpijp en van de keel naar de plek tussen haar wenkbrauwen.

De inwaarts en uitwaarts gaande adem in evenwicht brengend in de beheersing van de yogahouding stuurde zij, die geen blaam treft, haar levensadem naar boven, met intelligentie geleidelijk aan hem opheffend van de navel naar het hart in de richting van de luchtpijp en de keel en vandaar naar tussen haar wenkbrauwen. (Vedabase)

 

Tekst 26

In haar verlangen het op te geven vanwege haar woede jegens Daksha, concentreerde zij die keer op keer vol van respect op de schoot van de meest aanbiddelijke van alle heiligen had gezeten, zich door de oefening van haar wilskracht op de lucht en het vuur in haar lichaam.

Zodoende concentreerde zij, die keer op keer vol van respect op de schoot van de meest aanbiddelijke van alle heiligen had gezeten, uit eigen beweging zich op de lucht en het vuur binnen in haar lichaam in haar wens het op te geven als gevolg van haar woede jegens Daksha. (Vedabase)

 

Tekst 27

Toen ze daar mediterend in haar geest niets anders voor zich zag dan de nectargelijke lotusvoeten van haar echtgenoot, de hoogste geestelijk leraar van het universum, en ze vrij was van alle smetten, stond spoedig het lichaam van Satî in lichterlaaie door het vuur dat voortkwam uit haar verzonkenheid.

Daar zag men toen dat, door het enkel maar te denken aan niets anders dan de nectar van de lotusvoeten van haar echtgenoot, de hoogste geestelijk leraar van het universum, het lichaam van Satî, gezuiverd door de handeling, spoedig in lichterlaaie stond van het vuur dat voortkwam uit haar verzonkenheid. (Vedabase)

 

Tekst 28

Van de kant van hen die er daar getuige van waren ontstond er een, in de hemel en op aarde luid weerklinkend, wonderbaarlijk tumult: 'Ohhh..., helaas heeft Satî, de geliefde godin van de meest respectabele halfgod, haar leven opgegeven uit woede over Daksha.

Van hen die er aldaar getuige van waren, deed er zich in de lucht en de aarde, een luidruchtig en wonderbaarlijk groots brullend ohhh voor: 'Helaas, Satî de geliefde godin van de meest respectabele halfgod, heeft haar leven opgegeven uit woede over Daksha. (Vedabase).

 

Tekst 29

Och, zie toch hoe enorm zielloos hij is, de Prajâpati uit wie alle generaties zijn ontsproten. Met zijn gebrek aan respect heeft zij vrijwillig haar lichaam opgegeven, zij, zijn eigen dochter Satî die ons herhaalde respect volkomen waard is.

Oh, zie toch hoe enorm zielloos hij is, de Prajâpati uit wie alle generaties zijn ontsproten; met zijn gebrek aan respect heeft zij vrijwillig haar lichaam opgegeven; zij, zijn eigen dochter Satî, die ons herhaaldelijk respect waardig is. (Vedabase)

 

Tekst 30

Hij zo hardvochtig en de brahmaanse status onwaardig, zal wijd en zijd een slechte roep verwerven in de wereld omdat hij met zijn overtredingen, als een vijand van Heer S'iva, niet wist te verhinderen dat zijn eigen dochter zich voorbereidde op de dood!'

Zo hard van hart en het brahmaanse onwaardig zal hij wijd en zijd een slechte roep verwerven in de wereld, omdat hij met zijn overtredingen als een vijand van Heer S'iva niet heeft verhinderd dat zijn eigen dochter zich voorbereidde op de dood!'  (Vedabase)

 

Tekst 31

Terwijl de mensen onderling zo met elkaar spraken na getuige te zijn geweest van de wonderbaarlijke dood van Satî, stonden de dienaren van S'iva met geheven wapens op met de bedoeling Daksha te doden.

Terwijl de mensen zo onderling in gesprek verkeerden na getuige te zijn geweest van de wonderbaarlijke dood van Satî, stonden de dienaren van S'iva met geheven wapens op met de bedoeling Daksha te doden. (Vedabase)

 

Tekst 32

Maar zo gauw hij ze zag aankomen offerde Bhrigu snel offergaven in het zuidelijke vuur terwijl hij hymnen uit de Yajur Veda reciteerde om de vernietigers van een offer af te weren.

Met dat hij hen er toen zo zag aankomen offerde Bhrigu echter snel offergaven in het zuidelijke deel van het vuur, onder het reciteren van hymnen uit de Yajur Veda tegen de vernietigers van een offer. (Vedabase)

 

Tekst 33

Door de gaven die werden geofferd door Bhrigu manifesteerden zich bij duizenden de halfgoden genaamd de Ribhu's die, dankzij de maan [Soma] en door boetedoeningen, grote kracht hadden verworven.

Door de gaven die werden geofferd door Bhrigu manifesteerden zich bij duizenden de halfgoden genaamd de Ribhu's die door de maan [Soma] en boetedoeningen grote kracht hadden verworven. (Vedabase)

 

Tekst 34

Al de geesten en Guhyaka's [de wachters van S'iva] werden door hen aangevallen met stukken brandhout uit het vuur. Aldus door de gloed van enkel de brahmaanse macht [opgejaagd], vluchtten ze daarop weg in alle richtingen.'

De geesten en Guhyaka's [bewakers] door hen aangevallen met de stukken brandhout uit het vuur, vluchtten aldus, door de gloed van enkel de brahmaanse macht, in alle richtingen. (Vedabase)

 

  

 

 

 

 

 

 

 Creative Commons License
De tekst en de audio worden aangeboden onder de
Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
Het schilderij is getiteld: 'A woman goes Sati' en is van Nanda Lal Bose.
Bron:
National Gallery of Modern Art, New Delhi, Acc. no. 4797.
Productie: de
Filognostische Associatie van De Orde van de Tijd



   

 

 

 

Feed-back | Links | Downloads | MuziekAfbeeldingen | Wat is er Nieuw? | Zoeken | Donaties