regelbalk



 

Canto 4

Dâmodarâshthaka


 

Hoofdstuk 19:  Koning Prithu's Honderd Paardoffers

(1) De wijze Maitreya zei: 'Daarna begon hij, de koning, in het land van Manu dat bekend staat als Brahmâvarta waar de Sarasvatî naar het oosten stroomt, toen met het uitvoeren van een honderdtal paardoffers. (2) Geconfronteerd met deze superieure uitnemendheid in het vruchtdragend handelen kon koning Indra, die zelf een honderd offers had gebracht, niet het groot ceremonieel vertoon verdragen van de offers van koning Prithu. (3) Het was daarin dat de genieter van alle offers, de Allerhoogste Heer Vishnu, de bovenzinnelijke beheerser, de eigenaar en de leraar van de gehele wereld en van ieders ziel, zich rechtstreeks zou laten zien. (4) Samen met Brahmâ en S'iva en al de lokale grootheden met hun volgelingen, wordt Hij geprezen door de bewoners en zangers van de hemel en de wijzen. (5) De vervolmaakte zielen en degenen die zich baseren op geleerdheid, de nazaten van Diti, zij die voor het resultaat werken en de bewakers van de weelde, verschenen aldaar aangevoerd door Nanda en Sunanda, de meest eerbiedwaardige metgezellen van de Heer. (6) Al de grote toegewijden die steeds vol van ijver de Heer dienen kwamen er: de meesters van de yoga aangevoerd door Sanaka [de Kumâra's], Kapila, Nârada en Dattâtreya. (7) Beste zoon van Bharata, ter wille van die bijeenkomst beantwoordde het land aan alle wensen door, als de koe die al de melk levert, ieder gewenst ding voort te brengen dat de offeraar nodig had. (8) De rivieren leverden al het water dat er nodig was, er was melk, yoghurt en het voedsel van andere melkproducten, en de bomen met hun grote lichamen droegen vruchten en lieten de honing druipen. (9) De mensen van overal bijeenkomend met hun bestuurders presenteerden zich met een aanbod van de vier soorten voedsel [dat wat wordt gekauwd, gelikt, wordt opgezogen en gedronken] en bergen juwelen uit de heuvels en oceanen. (10) Zodoende was koning Prithu, die zwoer bij de Heer voorbij de Zinnen, degene met de meeste rijkdom, maar de grote Heer Indra die afgunstig was, vormde een obstakel. (11) Vol afgunst stal hij ongezien het offerdier toen de zoon van Vena bezig was met het laatste paardoffer dat de Heer van Alle Offers moest behagen. (12) Indra, die zich voordeed als een bevrijd iemand en aldus goddeloosheid op een verwarrende manier presenteerde als religiositeit, werd opgemerkt door Atri en vluchtte toen de ruimte in. (13) De zoon van koning Prithu, een grote held, werd door de wijze Atri aangemoedigd om hem te doden. Die werd zeer kwaad en riep: 'Wacht, wachten jij!' (14) Maar toen hij zag dat hij de kleding droeg die men als religieus beschouwt, met zijn haar samengebonden en een lichaam dat geheel besmeurd was met as, was hij niet in staat een pijl op hem af te vuren. (15) Mijn beste, de zoon van Prithu, die van het doden afzag, werd door de wijze Atri aangespoord er niettemin toe over te gaan aangezien de grote Indra zich tot zoiets ergs had verlaagd als het verhinderen van het uitvoeren van een yajña. (16) Met die opdracht begon de zoon van Prithu, die zo kwaad was als de koning van de gieren was op Râvana, Indra na te jagen die in de verte wegvluchtte. (17) Indra met hem achter zich aan verdween toen uit het zicht onder het achterlaten van het paard en zijn valse kledij. De grote held bracht daarop het dier van zijn vader terug naar het offerperk.

(18) O meester [Vidura], toen men zijn wonderbaarlijke handelingen zag vereerden de grote wijzen hem gepast met de naam Vijitâs'va ['hij die het paard terugwon']. (19) Maar niet opgemerkt onder de dekking van een hechte duisternis die hij had geschapen, stal de machtige koning Indra opnieuw het paard weg van de offerplaats waar het in gouden ketenen was geslagen. (20) Toen Atri erop wees dat hij buiten wegsnelde kon de held, hem deze keer ziend met een staf in zijn hand waaraan een schedel hing, [wederom] niet doden. (21) Door Atri ertoe aangespoord hem te achtervolgen, had hij, in woede ontstoken, een pijl op zijn boog aangelegd, maar de onafhankelijke Indra die het paard en zijn uitdossing [nogmaals] opgaf, hield zich buiten schot. (22) De held die het paard zo te pakken kreeg, ging toen weer terug naar het offerperk van zijn vader. Sedertdien presenteren zij die tekortschieten in de kennis zich met een vals vertoon als dat van de heer van de hemel. (23) De gedaanten die Indra aannam met het verlangen het paard te ontvreemden vormen allen taal en teken van zondige activiteiten. Hiervoor gebruikt men de term 'gebrekkig' [met khanda, wat stuk of gebroken is, heet het pâkhanda of pâshanda, ofwel valse prediker of ketter]. (24-25) Met Indra, die in zijn verlangen het offer een halt toe te roepen het paard wegstal van de zoon van Vena en aldus de religieuze uitdossing opnam en weer liet vallen, raakte de gewone man, gek genoeg, aangetrokken tot dit zich valselijk uitdossen wat betreft de geloofsovertuiging in rode gewaden, naakt erbij lopen etc., omdat het over het algemeen zeer bedreven wordt aangepakt met een goede taalbeheersing. (26) De incarnatie van de Heer, de als almachtig gevierde koning Prithu, had dit door en pakte, kwaad op Indra, een pijl en hief zijn boog.

(27) De priesters die zagen dat Prithu zich aldus opmaakte om de koning van de hemel te doden, konden de gedachtesprong van dat schrikwekkend machtsvertoon niet tolereren en brachten er tegenin: 'O grote ziel, zoals het staat vermeld in de geschriften, heeft het geen pas anderen naar het leven te staan in dit soort aangelegenheden. (28) We zullen Indra, uw vijand die in feite reeds zijn macht kwijt is als de vernietiger van uw belang, aanroepen met nog nooit eerder gebruikte mantra's en hem dan uit alle macht direct in het vuur offeren, o Koning.'

(29) Na dit advies aan hem die de plechtigheid leidde, o Vidura, stonden de priesters verbeten klaar met de offerlepel in hun handen om het offer te brengen, maar toen ze ermee wilden beginnen vroeg Heer Brahmâ hen te stoppen: (30) 'Indra moet niet door u worden gedood want hij die u uit het leven wilt helpen offert ook zichzelf op, hij vormt een integraal onderdeel van de Allerhoogste Heer. En ook zij die van God zijn die u met het offeren wenst te behagen, maken allen deel uit van Indra! (31) O tweemaal geborenen, hoedt u daarbij voor deze grote schending van de religie begaan door Indra in zijn verlangen om de handelingen van de koning in dezen te dwarsbomen. (32) Laat het zo zijn dat er van de alom bekende koning Prithu de negenennegentig offers zijn die hij heeft gebracht. Het is niet nodig [o Koning] om nog meer juist gebrachte offers uit te voeren want u kent het pad van de bevrijding heel goed. (33) U zou niet uit woede tegen Heer Indra moeten handelen. Het lijdt geen twijfel dat het beter voor het welzijn en geluk van u beiden zou zijn om samen te staan voor de pluriformiteit van de Heer Gevierd in de Geschriften. (34) O grote Vorst, alstublieft, neem in overweging wat ik u met de grootste achting zeg: laat u niet - zoals u deed - leiden door de geest van het kwade vanwege een wending van het lot, want met de koning die dat overweegt belandt men in de donkerste regionen. (35) Laat er een einde komen aan dit offeren, het was door wat Indra heeft verzonnen dat onder hen die van God zijn zo vele principes van de religie werden geschonden en slechte gewoonten konden postvatten. (36) Zie toch hoe door Indra, als degene die uw offerplechtigheid doorkruiste met het wegstelen van het paard, al deze misleiding werd geïntroduceerd die dermate verlokkelijk is voor de gewone man dat hij er zich door laat leiden. (37) O Majesteit, u incarneerde overeenkomstig de tijd en omstandigheid in deze wereld ter wille van de verlossing van de mensen, want door de misdaden van koning Vena was de geloofsovertuiging bijna verdwenen. En nu bent u er als een deel en geheel van het lichaam van Vishnu, o zoon van Vena. (38) Beantwoord daarom in overweging van het heil van de wereld, o heer van de mensen, aan de overtuiging van de stamvaders [u te respecteren als een expansie van de Allerhoogste] en steek een stokje voor de illusie die werd geschapen door Indra in de vorm van het gemoraliseer zonder dienstbaarheid [de pseudo-religie, de hypocrisie] dat de moeder vormt van het gevaarlijke pad van de ketterij.'

(39) Maitreya vervolgde: 'Aldus van advies gediend door de leraar van iedereen handelde Prithu, de koning en meester, overeenkomstig wat hem gezegd was en sloot hij, door sympathie bewogen, vrede met Indra. (40) Nadat hij dat had gedaan nam hij volgens het gebruik een bad en ontving hij voor zijn roemrijke daden de zegeningen van de godsbewusten die hij had behaagd met de uitvoering van zijn offerplechtigheden. (41) De geleerden, wiens zegeningen zich doen gelden, waren zeer ingenomen met het grote respect en de beloningen die ze van de oorspronkelijke koning in ontvangst mochten nemen, o edelman, en gaven hem hun zegen [en zeiden]: (42) 'O machtig gearmde, wij, de voorvaderen, de goden, de wijzen en ook de gewone mensen, kwamen allen bijeen omdat u ons daartoe uitnodigde en nu voelen we ons zeer vereerd met de giften en eerbewijzen.' 
      

next                       

 
Derde herziene editie, geladen 24 oktober 2017.
 

 

 

Voorgaande Aadhar-editie en Vedabase links:

Tekst 1

De wijze Maitreya zei: 'Daarna begon hij, de koning, in het land van Manu dat bekend staat als Brahmâvarta waar de Sarasvatî naar het oosten stroomt, toen met het uitvoeren van een honderdtal paardoffers.
De wijze Maitreya zei: 'Daarna begon hij, de koning, in het land van Manu dat bekend staat als Brahmâvarta, waar de Sarasvatî naar het oosten stroomt, toen met het uitvoeren van een honderdtal paardoffers. (Vedabase)

 

Tekst 2

Geconfronteerd met deze superieure uitnemendheid in het vruchtdragend handelen kon koning Indra, die zelf een honderd offers had gebracht, niet het groot ceremonieel vertoon verdragen van de offers van koning Prithu.

Geconfronteerd met deze hoogste machtige uitnemendheid in het vruchtdragend handelen kon koning Indra, die zelf een honderd offers had gebracht, niet het groot ceremonieel vertoon van de offers van koning Prithu verdragen. (Vedabase)

 

Tekst 3

Het was daarin dat de genieter van alle offers, de Allerhoogste Heer Vishnu, de bovenzinnelijke beheerser, de eigenaar en de leraar van de gehele wereld en van ieders ziel, zich rechtstreeks zou laten zien.

Het was waarin rechtstreeks de genieter van alle offers, de Allerhoogste Heer Vishnu, de bovenzinnelijke beheerser, zichzelf zou vertonen, daar hij de bezitter, de leraar van de gehele wereld en van ieders ziel was. (Vedabase)

  

Tekst 4

Samen met Brahmâ en S'iva en al de lokale grootheden met hun volgelingen, wordt Hij geprezen door de bewoners en zangers van de hemel en de wijzen.

In het gezelschap verkerend van Brahmâ en S'iva en al de lokale grootheden met hun volgelingen, wordt Hij geprezen door de bewoners en zangers van de hemel en de wijzen.  (Vedabase)

 

Tekst 5

De vervolmaakte zielen en degenen die zich baseren op geleerdheid, de nazaten van Diti, zij die voor het resultaat werken en de bewakers van de weelde, verschenen aldaar aangevoerd door Nanda en Sunanda, de meest eerbiedwaardige metgezellen van de Heer.

De volmaakten en zij die zich verlaten op de geleerdheid, de nazaten van Diti, zij die voor het resultaat werken en de bewakers van de weelde, maakten daar aangevoerd door Nanda en Sunanda, de meest eerbiedwaardige metgezellen van de Heer, hun opwachting. (Vedabase)

 

Tekst 6

Al de grote toegewijden die steeds vol van ijver de Heer dienen kwamen er: de meesters van de yoga aangevoerd door Sanaka [de Kumâra's], Kapila, Nârada en Dattâtreya.

De meesters van de yoga aangevoerd met Sanaka aan het hoofd: Kapila, Nârada en Dattâtreya en al de grote toegewijden steeds vol ijver de Heer te dienen, volgden Hem daar. (Vedabase)

 

Tekst 7

Beste zoon van Bharata, ter wille van die bijeenkomst beantwoordde het land aan alle wensen door, als de koe die al de melk levert, ieder gewenst ding voort te brengen dat de offeraar nodig had.

Beste zoon van Bharata, het was vandaar dat het land alle wensen vervulde als de koe al de melk producerend, ieder verlangd voorwerp voortbrengend dat de offeraar nodig had.  (Vedabase)

 

Tekst 8

De rivieren leverden al het water dat er nodig was, er was melk, yoghurt en het voedsel van andere melkproducten, en de bomen met hun grote lichamen droegen vruchten en lieten de honing druipen.

De rivieren gaven al het water dat nodig was, er was melk, yoghurt en het voedsel van andere melkproducten en de bomen met hun grote lichamen droegen vruchten en lieten de honing druipen. (Vedabase)

 

Tekst 9

De mensen van overal bijeenkomend met hun bestuurders presenteerden zich met een aanbod van de vier soorten voedsel [dat wat wordt gekauwd, gelikt, wordt opgezogen en gedronken] en bergen juwelen uit de heuvels en oceanen.

De mensen van overal tezamen met hun bestuurders presenteerden zich met een aanbod van de vier soorten voedsel [dat wat wordt gekauwd, gelikt, wordt opgezogen en gedronken] en bergen juwelen uit de heuvels en oceanen. (Vedabase)

 

Tekst 10

Zodoende was koning Prithu, die zwoer bij de Heer voorbij de Zinnen, degene met de meeste rijkdom, maar de grote Heer Indra die afgunstig was, vormde een obstakel.

Zodoende was koning Prithu, die zwoer bij de Heer voorbij de Zinnen, de meest ontwikkelde in rijkdom, maar de grote Heer Indra, die afgunstig was, vormde een obstakel. (Vedabase)

 

Tekst 11

Vol afgunst stal hij ongezien het offerdier toen de zoon van Vena bezig was met het laatste paardoffer dat de Heer van Alle Offers moest behagen.

Vol van afgunst, stal hij, ongezien, het offerdier toen de zoon van Vena bezig was met het laatste paardoffer bedoeld om de Heer aller Offers te behagen. (Vedabase)

 

Tekst 12

Indra, die zich voordeed als een bevrijd iemand en aldus goddeloosheid op een verwarrende manier presenteerde als religiositeit, werd opgemerkt door Atri en vluchtte toen de ruimte in.

Zich voordoend als een bevrijd iemand en alzo religie en goddeloosheid met elkaard verwarrend, werd hij, terwijl hij de hemel in wegvluchtte, door Atri gezien. (Vedabase)

 

Tekst 13

De zoon van koning Prithu, een grote held, werd door de wijze Atri aangemoedigd om hem te doden. Die werd zeer kwaad en riep: 'Wacht, wachten jij!'

De zoon van koning Prithu, een grote held, aangemoedigd door Atri, de wijze, om hem te doden, werd zeer kwaad en riep: 'Wacht je, wacht!'. (Vedabase)

 

Tekst 14

Maar toen hij zag dat hij de kleding droeg die men als religieus beschouwt, met zijn haar samengebonden en een lichaam dat geheel besmeurd was met as, was hij niet in staat een pijl op hem af te vuren.

Maar toen hij zag dat hij de kleding droeg die men als religieus beschouwt, zijn haar bijeengebonden had en een lichaam had geheel besmeurd met as, was hij niet in staat een pijl op hem af te vuren. (Vedabase)

 

Tekst 15

Mijn beste, de zoon van Prithu, die van het doden afzag, werd door de wijze Atri aangespoord er niettemin toe over te gaan aangezien de grote Indra zich tot zoiets ergs had verlaagd als het verhinderen van het uitvoeren van een yajña.

De zoon van Prithu die afgezien had van het doden werd door de wijze Atri opnieuw aangespoord om het toch te doen aangezien, mijn beste, de grote Indra de laagste van allen was geworden, in het verhinderen van het uitvoeren van een yajña. (Vedabase)

  

Tekst 16

Met die opdracht begon de zoon van Prithu, die zo kwaad was als de koning van de gieren was op Râvana, Indra na te jagen die in de verte wegvluchtte.

Met die opdracht begon de zoon van Prithu, die zo kwaad als de Koning der Gieren was op Râvana, Indra na te jagen die in de verte wegvluchtte. (Vedabase)

 

Tekst 17

Indra met hem achter zich aan verdween toen uit het zicht onder het achterlaten van het paard en zijn valse kledij. De grote held bracht daarop het dier van zijn vader terug naar het offerperk.

Het paard zowel als zijn valse kledij achter zich latend met hem achter zich aan, verdween Indra uit het zicht. Met het terugbrengen van het dier van zijn vader naar het offerperk keerde hij, de grote held, toen weerom. (Vedabase)

 

Tekst 18

O meester [Vidura], toen men zijn wonderbaarlijke handelingen zag vereerden de grote wijzen hem gepast met de naam Vijitâs'va ['hij die het paard terugwon'].

Beste Vidura, toen men de werkelijkheid van zijn wonderbaarlijk handelen zag, bedachten de grote wijzen hem dienovereenkomstig met de naam Vijitâs'va [hij die het paard terugwon].(Vedabase)
 
Tekst 19

Maar niet opgemerkt onder de dekking van een hechte duisternis die hij had geschapen, stal de machtige koning Indra opnieuw het paard weg van de offerplaats waar het in gouden ketenen was geslagen.

Niet gezien, onder de dekking van hechte duisternis, stal de machtige koning Indra echter opnieuw het paard weg van het offerblok waar het in gouden ketenen was geslagen. (Vedabase)

 

Tekst 20

Toen Atri erop wees dat hij buiten wegsnelde kon de held, hem deze keer ziend met een staf in zijn hand waaraan een schedel hing, [wederom] niet doden.

Toen Atri erop wees dat hij buiten wegsnelde, kon de held hem deze keer ziend met een staf in zijn hand waar bovenaan een schedel hing, er eveneens niet toe komen hem te doden.  (Vedabase)

 

Tekst 21

Door Atri ertoe aangespoord hem te achtervolgen, had hij, in woede ontstoken, een pijl op zijn boog aangelegd, maar de onafhankelijke Indra die het paard en zijn uitdossing [nogmaals] opgaf, hield zich buiten schot.

Door Atri ertoe aangespoord hem te achtervolgen, had hij, kwaad geworden, een pijl op zijn boog aangelegd, maar de onafhankelijke Indra die wederom het paard en zijn uitdossing opgaf, hield zichzelf buiten schot. (Vedabase)

 

Tekst 22

De held die het paard zo te pakken kreeg, ging toen weer terug naar het offerperk van zijn vader. Sedertdien presenteren zij die tekortschieten in de kennis zich met een vals vertoon als dat van de heer van de hemel.

De held die het paard zo te pakken kreeg ging toen weer terug naar het offerperk van zijn vader; sedertdien is het zo dat degene die tekort schiet in de kennis zich presenteert met dat valse vertoon van de heer van de hemel. (Vedabase)

  

Tekst 23

De gedaanten die Indra aannam met het verlangen het paard te ontvreemden vormen allen taal en teken van zondige activiteiten. Hiervoor gebruikt men de term 'gebrekkig' [met khanda, wat stuk of gebroken is, heet het pâkhanda of pâshanda, ofwel valse prediker of ketter].

Die gedaanten die Indra aannam met het verlangen het paard te ontvreemden, vormen allen taal en teken van zondige activiteiten; hiervoor heeft men de term gebrekkig gereserveerd [met khanda, wat stuk of gebroken is, heet het pâkhanda of pâshanda, ofwel valse prediker of ketter]. (Vedabase)

 

Tekst 24-25

Met Indra, die in zijn verlangen het offer een halt toe te roepen het paard wegstal van de zoon van Vena en aldus de religieuze uitdossing opnam en weer liet vallen, raakte de gewone man, gek genoeg, aangetrokken tot dit zich valselijk uitdossen wat betreft de geloofsovertuiging in rode gewaden, naakt erbij lopen etc., omdat het over het algemeen zeer bedreven wordt aangepakt met een goede taalbeheersing.

Met Indra op die manier het paard wegstelend van de zoon van Vena in het verlangen het offer een halt toe te roepen, raakte de gewone man op die manier aangetrokken tot het zich valselijk uitdossen dat werd opgepakt en weer nagelaten door hem wat betreft de geloofsovertuiging. Men voelt zich gek genoeg tot deze valsheid van geloof in rode gewaden, naakt erbij lopen etc. aangetrokken, omdat het over het algemeen zeer bedreven wordt aangepakt met een goede taalbeheersing. (Vedabase)

 

Tekst 26

De incarnatie van de Heer, de als almachtig gevierde koning Prithu, had dit door en pakte, kwaad op Indra, een pijl en hief zijn boog.

De incarnatie van de Heer, de als almachtig gevierde koning Prithu, hierover op Indra zeer vertoornd, nam een pijl op en hief zijn boog. (Vedabase)

 

Tekst 27

De priesters die zagen dat Prithu zich aldus opmaakte om de koning van de hemel te doden, konden de gedachtesprong van dat schrikwekkend machtsvertoon niet tolereren en brachten er tegenin: 'O grote ziel, zoals het staat vermeld in de geschriften, heeft het geen pas anderen naar het leven te staan in dit soort aangelegenheden.

De priesters die zagen dat Prithu zich aldus opmaakte om de koning van de hemel te doden, konden dat vertoon van zijn verschrikkelijk motief niet verdragen en brachten er tegenin: 'O grote ziel, zoals het staat vermeld in de geschriften, heeft het geen pas anderen naar het leven te staan in dit soort aangelegenheden. (Vedabase)

 

Tekst 28

We zullen Indra, uw vijand die in feite reeds zijn macht kwijt is als de vernietiger van uw belang, aanroepen met nog nooit eerder gebruikte mantra's en hem dan uit alle macht direct in het vuur offeren, o Koning.'

We zullen Indra, die in feite reeds zijn macht kwijt is als de vernietiger van uw belang, aanroepen met nog nooit eerder gebruikte mantra's en zullen met alle macht uw vijand terstond in het vuur offeren, o Koning.' (Vedabase)

 

Tekst 29

Na dit advies aan hem die de plechtigheid leidde, o Vidura, stonden de priesters verbeten klaar met de offerlepel in hun handen om het offer te brengen, maar toen ze ermee wilden beginnen vroeg Heer Brahmâ hen te stoppen:

Na aldus degene die aan de macht was op de hoogte te hebben gesteld, o Vidura, stonden de priesters, geheel zuur, klaar met de offerlepel in hun hand om het offer te brengen, maar toen ze ermee begonnen vroeg Heer Brahmâ hen te stoppen: (Vedabase)

 

Tekst 30

'Indra moet niet door u worden gedood want hij die u uit het leven wilt helpen offert ook zichzelf op, hij vormt een integraal onderdeel van de Allerhoogste Heer. En ook zij die van God zijn die u met het offeren wenst te behagen, maken allen deel uit van Indra!

'U allen tezamen, u zou Indra niet uit de wereld moeten helpen, omdat hij, die u wenst te doden, door zijn offeren, deel uitmaakt van de Allerhoogste Heer - en ook zijn zij die van God zijn, die u met het offeren wenst te behagen, allen deel van Indra zelf! (Vedabase)

  

Tekst 31

O tweemaal geborenen, hoedt u daarbij voor deze grote schending van de religie begaan door Indra in zijn verlangen om de handelingen van de koning in dezen te dwarsbomen.

Tevens, o tweemaal geborenen, behoed u voor deze grote schending van de religie begaan door Indra in zijn verlangen om de voortgang in dezen van de koning te dwarsbomen. (Vedabase)

 

Tekst 32

Laat het zo zijn dat er van de alom bekende koning Prithu de negenennegentig offers zijn die hij heeft gebracht. Het is niet nodig [o Koning] om nog meer juist gebrachte offers uit te voeren want u kent het pad van de bevrijding heel goed.

Koning Prithu staat over de gehele wereld bekend, laat het derhalve zo zijn dat er voor hem die negenennegentig offers heeft gebracht er weinig meer te bereiken valt; en u uzelf, o Koning, als de kenner van het pad der bevrijding - werden niet al de offers op de juiste wijze gebracht? (Vedabase)

 

Tekst 33

U zou niet uit woede tegen Heer Indra moeten handelen. Het lijdt geen twijfel dat het beter voor het welzijn en geluk van u beiden zou zijn om samen te staan voor de pluriformiteit van de Heer Gevierd in de Geschriften.

Zeker is dat u niet uit woede tegen Heer Indra op moet staan; het lijdt geen twijfel dat dat beter voor het welzijn en geluk van u beiden is, die samen staan voor het veelvormige van de Heer Gevierd in de Geschriften. (Vedabase)

  

Tekst 34

O grote Vorst, alstublieft, neem in overweging wat ik u met de grootste achting zeg: laat u niet - zoals u deed - leiden door de geest van het kwade vanwege een wending van het lot, want met de koning die dat overweegt belandt men in de donkerste regionen.

O grote Vorst, alstublieft, neem in overweging wat ik u met het grootste respect zeg: laat u niet zoals u deed, gaan in de geest van het kwade vanwege een wending van het lot, daar men van hem die dat overweegt in de donkerste regionen belandt. (Vedabase)

 

Tekst 35

Laat er een einde komen aan dit offeren, het was door wat Indra heeft verzonnen dat onder hen die van God zijn zo vele principes van de religie werden geschonden en slechte gewoonten konden postvatten.

Laat er een einde komen aan dit offeren, het was door het zich voordoen naar het voorbeeld van Indra dat zo vele principes van de religie werden geschonden en slechte gewoonten konden post vatten onder hen die van God zijn. (Vedabase)

 

Tekst 36

Zie toch hoe door Indra, als degene die uw offerplechtigheid doorkruiste met het wegstelen van het paard, al deze misleiding werd geïntroduceerd die dermate verlokkelijk is voor de gewone man dat hij zich erdoor laat leiden.

Zie toch hoe al deze misleiding, die door Indra werd geïntroduceerd als degene die uw offerplechtigheid doorkruisend het paard wegstal, zo verlokkelijk is voor de gewone man dat hij zich erdoor laat meeslepen. (Vedabase)

 

Tekst 37

O Majesteit, u incarneerde overeenkomstig de tijd en omstandigheid in deze wereld ter wille van de verlossing van de mensen, want door de misdaden van koning Vena was de geloofsovertuiging bijna verdwenen. En nu bent u er als een deel en geheel van het lichaam van Vishnu, o zoon van Vena.

Uwe Majesteit, enkel ter verlossing, incarneerde u naar tijd en omstandigheid in deze wereld ter wille van de geloofsovertuiging die door de misdaden van koning Vena bijna was verdwenen - en nu bent u er als deel en geheel van het lichaam van Vishnu, o zoon van Vena. (Vedabase)

 

Tekst 38

Beantwoord daarom in overweging van het heil van de wereld, o heer van de mensen, aan de overtuiging van de stamvaders [u te respecteren als een expansie van de Allerhoogste] en steek een stokje voor de illusie die werd geschapen door Indra in de vorm van het gemoraliseer zonder dienstbaarheid [de pseudo-religie, de hypocrisie] dat de moeder vormt van het gevaarlijke pad van de ketterij.'

Derhalve in overweging van het heil van de wereld, o heer der mensen, geef gevolg aan het verlangen van de stamvaders [dat u een expansie van de Allerhoogste zou zijn] en steek een stokje voor de illusie geschapen door Indra in de vorm van het gemoraliseer zonder dienstbaarheid (de pseudoreligie, de hypocisie) dat de moeder vormt van het gevaarlijke pad der ketterij.' (Vedabase)

 

Tekst 39

Maitreya vervolgde: 'Aldus van advies gediend door de leraar van iedereen handelde Prithu, de koning en meester, overeenkomstig wat hem gezegd was en sloot hij, door sympathie bewogen, vrede met Indra.

Maitreya vervolgde: 'Aldus van advies gediend door de leraar van iedereen sloot Prithu, de koning en meester, in navolging van wat gezegd was en naar zijn beste kunnen, vrede met zelfs Indra. (Vedabase)

 

Tekst 40

Nadat hij dat had gedaan nam hij volgens het gebruik een bad en ontving hij voor zijn roemrijke daden de zegeningen van de godsbewusten die hij had behaagd met de uitvoering van zijn offerplechtigheden.

Na dat gedaan te hebben nam hij naar gebruik een bad en zag hij de zegeningen voor de roem van zijn deugd tegemoet van de God-bewusten, daar ze allen zeer verheugd waren over het brengen van dat offer. (Vedabase)


Tekst 41

De geleerden, wiens zegeningen zich doen gelden, waren zeer ingenomen met het grote respect en de beloningen die ze van de oorspronkelijke koning in ontvangst mochten nemen, o edelman, en gaven hem hun zegen [en zeiden]:

Al degenen die werkelijk geleerd hadden, waren, toen ze de oorspronkelijke koning hun zegen hadden gegeven, zeer gelukkig met het grote respect en de beloningen die ze van hem in ontvangst mochten nemen, o edelman: (Vedabase)


Tekst 42

'O machtig gearmde, wij, de voorvaderen, de goden, de wijzen en ook de gewone mensen, kwamen allen bijeen omdat u ons daartoe uitnodigde en nu voelen we ons zeer vereerd met de giften en eerbewijzen.'

'O machtig gearmde, op uw uitnodiging verzamelden we ons hier allen: de voorvaderen, de goden, de wijzen en de gewone man, en u hebt ons allen geëerd met giften en eerbewijzen.  (Vedabase)

 

 
 

 

 

 

Creative Commons License
De tekst en de audio worden aangeboden onder de

Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License
.

De klassieke afbeelding laat Krishna zien die voor de paarden zorgt.
Bron.
Productie: de
Filognostische Associatie van De Orde van de Tijd



 

 

 

Feed-back | Links | Downloads | MuziekAfbeeldingen | Wat is er Nieuw? | Zoeken | Donaties