regelbalk




 

Canto 1
Mahâmantra 1



Hoofdstuk 1: Vragen van de Wijzen

(1) Moge er het eerbetoon zijn voor de oorspronkelijke verschijning van Hem, Vâsudeva, de Fortuinlijke die in de materiële wereld zowel als in het voorbije aanwezig is en van wie, voor het doel van de heugenis en de volledige onafhankelijkheid, de Vedische kennis werd doorgegeven in het hart van degene die het eerst geschapen levende wezen is [Heer Brahmâ]. Over Hem verkeren de verlichte [en zeker ook de gewone] zielen, zoals dat met een luchtspiegeling van water is in relatie tot [het vuur van] de zon, in een staat van begoocheling waarin, door de actie en reactie van de geaardheden van de materiële natuur, er de [schijn]zekerheid van het feitelijke is. Ik mediteer op Hem die altijd op zichzelf staat en de bovenzinnelijke [allerhoogste en absolute] waarheid is die vrij is van illusie.

(2) In dit boek wordt bedrieglijke religiositeit [die van nevenmotieven is] afgewezen. Men treft er het hoogste in aan dat kan worden begrepen door onzelfzuchtige, waarheidlievende personen. Hierin wordt dat geboden wat feitelijk het welzijn inhoudt dat een einde maakt aan de drievoudige misère [zoals veroorzaakt door de persoon zelf, door anderen of door de natuur]. Waarom zou men andere verhalen nodig hebben als men hierin het prachtige verhaal aantreft van de Fortuinlijke, zoals dat werd samengesteld door de grote wijze [Vyâsadeva] en dat, met de hulp van de vromen die volijverig van dienst zijn, terstond de Heer in het hart vestigt. wijzen te naimishranya(3) Het is de gerijpte vrucht van de wensboom van de Vedische literatuur die vloeiend van de lippen van S'ukadeva [de zoon van Vyâsadeva] zich manifesteerde als zoete nectar die volmaakt is in ieder opzicht. O jullie die zo bedreven en gewetensvol verrukt zijn over de toewijding, geniet toch altijd de veilige haven van het S'rîmad Bhâgavatam!

(4) In het woud van Naimishâranya, een geliefde plek van Vishnu, brachten wijzen onder leiding van de wijze S'aunaka een duizendjarig offer ter wille van de Heer van de hemel en de toegewijden op aarde. (5) Op een ochtend terwijl het offervuur brandde, vroegen ze met het nodige respect S'rîla Sûta Gosvâmî, die een erezetel was aangeboden, het volgende: (6) "U die vrij bent van alle zonde en op de hoogte bent van de verhalen en historische verslagen, staat bekend als zijnde goed thuis in de religieuze geschriften waaraan u ook uitleg hebt gegeven. (7) Als de oudste van de geleerden van de Veda's kent u Vyâsadeva, de Heer onder hen - en Sûta, u kent eveneens de anderen die goed thuis zijn in de fysische en metafysische kennis. (8) Eenvoudig en zuiver van aard, bent u door hun genade goed op de hoogte van al de feiten in kwestie; geestelijk leraren zullen een onderworpen discipel [immers] al de geheimen toevertrouwen die ze kennen. (9) U die daardoor gezegend bent met een lang leven, vertel ons in eenvoudige bewoordingen vanuit uw goedheid alstublieft wat u hebt kunnen vaststellen als zijnde het absolute en uiteindelijke goed dat alle mensen verdienen. (10) Over het algemeen, o achtenswaardige, zijn de mensen in deze tijd van Kali lui, misleid, ongelukkig en bovenal verstoord. (11) Er zijn zoveel geschriften met evenzoveel voorgeschreven plichten die ieder apart hun aandacht opeisen. O wijze zeg ons daarom wat hiervan naar uw beste weten, voor het heil van alle levende wezens, de essentie is die bevredigend is voor de ziel. (12) U bent gezegend Sûta, omdat u weet voor welk doel de Allerhoogste, de beschermer van de toegewijden, verscheen in de schoot van Devakî als de zoon van Vasudeva. (13) O Sûta u zou, zoals de traditie het voorschrijft, ons die er zo naar verlangen moeten vertellen over Zijn incarnatie die er is voor het heil en de bemoediging van alle levende wezens. (14) Verwikkeld in de complicaties van geboorte en dood vinden we zelfs als we er niet geheel met ons verstand bij zijn bevrijding als we de naam van de Heer respecteren die gevreesd wordt door de vrees zelve. (15) O Sûta, zij die hun toevlucht hebben genomen tot de lotusvoeten van de wijzen die zijn verzonken in toewijding vinden meteen zuivering door eenvoudigweg omgang met ze te hebben, terwijl een dergelijke zuivering met het water van de Ganges alleen maar wordt bereikt als men het cultiveert. (16) Wie die verlangt naar bevrijding zou nu niet liever willen vernemen over de Heer Zijn aanbiddelijke, deugdzame daden en glorie als degene die ons heiligt in het Tijdperk van de Onenigheid [Kali]? (17) Vertel ons, volijverige gelovigen, alstublieft over het spel en vermaak van Zijn nederdalen in de tijd. (18) O scherpzinnige, beschrijf ons daarom de zegenrijke avonturen en andere wederwaardigheden van de meervoudige incarnaties van de Hoogste Beheerser Zijn persoonlijke energieën. (19) Wij die de smaak weten te waarderen zijn het nooit moe steeds weer te bidden en te vernemen over de avonturen van de Verheerlijkte die ons telkens weer verrukken. (20) Vermomd als een menselijk wezen deed Hij met Balarâma [Zijn oudere broer] bovenmenselijke dingen. (21) Wetend van de aanvang van het tijdperk van Kali hebben we ons voor langere tijd hier op deze plek die voor de toegewijden is bestemd verzameld, om offers te brengen en de tijd te nemen om te luisteren naar de verhalen over de Heer. (22) Door de voorzienigheid ontmoetten we uwe goedheid die ons als de kapitein van een schip door dit onoverkomelijke tijdperk van Kali kan loodsen dat zo'n bedreiging vormt voor iemands goede eigenschappen. (23) Zeg ons bij wie we nu onze toevlucht moeten zoeken, nu de Heer van de Yoga, S'rî Krishna, de Absolute Waarheid en de beschermer van de religie, vertrokken is naar Zijn verblijfplaats."


Lees de inspiratie bij dit hoofdstuk door Anand Aadhar.


 

                  

 

Derde herziene editie, geladen 4 januari 2016.

   

 

 

Vorige Aadhar-editie en Vedabase links:

Tekst 1

Moge er het eerbetoon zijn voor [de oorspronkelijke verschijning van] Hem, Vâsudeva, de Fortuinlijke die in de materiële wereld zowel als in het voorbije aanwezig is en van wie, voor het doel van de heugenis en de volledige onafhankelijkheid, de Vedische kennis werd doorgegeven in het hart van degene die het eerst geschapen levende wezen is [Heer Brahmâ]. Over Hem verkeren de verlichte [en zeker ook de gewone] zielen, zoals dat met een luchtspiegeling van water is in relatie tot [het vuur van] de zon, in een staat van begoocheling waarin, door de actie en reactie van de geaardheden van de materiële natuur, er de [schijn]zekerheid van het feitelijke is. Ik mediteer op Hem die altijd op zichzelf staat en de bovenzinnelijke [allerhoogste en absolute] waarheid is die vrij is van illusie.
Moge er het eerbetoon zijn voor de oorspronkelijke verschijning van Hem, Vâsudeva, de Fortuinlijke, hier en in het voorbije aanwezig, van wie, voor het doel van de heugenis en de volledige onafhankelijkheid, de vedische kennis in het hart werd doorgegeven van degene die het eerst geschapen levende wezen is [Heer Brahmâ]. Over Hem verkeren zelfs de grote wijzen en halfgoden in illusie zoals men dat kan zijn met [het vuur van de] de zon als een luchtspiegeling van water, daar Hij door de actie en reactie van de geaardheden der materiële natuur de illusie van het feitelijke schept. Ik mediteer op Hem die altijd op zichzelf staat en van het bovenzinnelijke is, de negatie is vrij van illusie en het Absolute van de waarheid is. (Vedabase)

 

Tekst 2

In dit boek wordt bedrieglijke religiositeit [die van nevenmotieven is] afgewezen. Men treft er het hoogste in aan dat kan worden begrepen door onzelfzuchtige, waarheidlievende personen. Hierin wordt dat geboden wat feitelijk het welzijn inhoudt dat een einde maakt aan de drievoudige misère [zoals veroorzaakt door de persoon zelf, door anderen of door de natuur]. Waarom zou men andere verhalen nodig hebben als men hierin het prachtige verhaal aantreft van de Fortuinlijke, zoals dat werd samengesteld door de grote wijze [Vyâsadeva] en dat, met de hulp van de vromen die volijverig van dienst zijn, terstond de Heer in het hart vestigt.

Hierin [in dit boek] wordt bedrieglijke religiositeit [die van nevenmotieven is] afgewezen, en vindt men het hoogste, begrijpelijk voor onzelfzuchtige waarheidlievenden. Hierin wordt geboden wat feitelijk het welzijn inhoudt dat een einde maakt aan de drievoudige misère [zoals veroorzaakt door de persoon zelf, door anderen of door de natuur]. Wat is de behoefte aan anderen [andere verhalen] als men hierin het prachtige verhaal aantreft van de Fortuinlijke zoals samengesteld door de grote wijze [Vyâsadeva] dat, met de hulp van de vromen en zij die volijverig van dienst zijn, terstond de Heer in het hart sluit. (Vedabase)

 

Tekst 3

Het is de gerijpte vrucht van de wensboom van de Vedische literatuur die vloeiend van de lippen van S'ukadeva [de zoon van Vyâsadeva] zich manifesteerde als zoete nectar die volmaakt is in ieder opzicht. O jullie die zo bedreven en gewetensvol verrukt zijn over de toewijding, geniet toch altijd de veilige haven van het S'rîmad Bhâgavatam!

Het is de gerijpte vrucht van de wensboom van de vedische literatuur die vloeiend van de lippen van S'ukadeva [de zoon van Vyâsadeva] manifesteerde als zoete nectar volmaakt in ieder opzicht;, o jullie zo bedreven en gewetensvol verrukt over de toewijding, geniet altijd de veilige haven van het S'rîmad Bhâgavatam! (Vedabase)

 

Tekst 4

In het woud van Naimishâranya, een geliefde plek van Vishnu, brachten wijzen onder leiding van de wijze S'aunaka een duizendjarig offer ter wille van de Heer van de hemel en de toegewijden op aarde.

In het woud van Naimishâranya, een geliefde plek van Vishnu, brachten wijzen onder leiding van de wijze S'aunaka een duizendjarig offer ter wille van de Heer van de hemel en de toegewijden op aarde. (Vedabase)

 

Tekst 5

Op een ochtend terwijl het offervuur brandde, vroegen ze met het nodige respect S'rîla Sûta Gosvâmî, die een erezetel was aangeboden, het volgende:

Op een ochtend terwijl het offervuur brandde, vroegen ze met het nodige respekt S'rîla Sûta Gosvâmî, die een erezetel was aangeboden, het volgende: (Vedabase)

 

Tekst 6

"U die vrij bent van alle zonde en op de hoogte bent van de verhalen en historische verslagen, staat bekend als zijnde goed thuis in de religieuze geschriften waaraan u ook uitleg hebt gegeven.

"U, vrij als u bent van alle zonde, en bekend met de verhalen en historische verslagen, staat bekend als zijnde goed thuis in de religieuze geschriften waaraan u ook uitleg hebt gegeven. (Vedabase)

 

Tekst 7

Als de oudste van de geleerden van de Veda's kent u Vyâsadeva, de Heer onder hen -- en Sûta, u kent eveneens de anderen die goed thuis zijn in de fysische en metafysische kennis.

Als de oudste van de geleerden van de Veda's kent u Vyâsadeva, de Heer onder hen -- en Sûta, u kent eveneens de anderen die goed thuis zijn in de fysische en metafysische kennis. (Vedabase)

 

Tekst 8

Eenvoudig en zuiver van aard, bent u door hun genade goed op de hoogte van al de feiten in kwestie; geestelijk leraren zullen een onderworpen discipel [immers] al de geheimen toevertrouwen die ze kennen.

Vertel ons daarom, hoog geëerde, omdat u goed op de hoogte, eenvoudig en zuiver bent door hun genade, over de geheimen die u vernomen hebt als een onderworpen discipel van die geestelijk leraren. (Vedabase)

 

Tekst 9

U die daardoor gezegend bent met een lang leven, vertel ons in eenvoudige bewoordingen vanuit uw goedheid alstublieft, wat u hebt kunnen vaststellen als zijnde het absolute en uiteindelijke goed dat alle mensen verdienen.

U die daardoor gezegend bent met een onbezorgd, lang leven - vertel ons uit uw goedheid alstublieft, wat u hebt kunnen vaststellen als zijnde het absolute en uiteindelijke goed dat alle mensen verdienen. (Vedabase)

 

Tekst 10

Over het algemeen, o achtenswaardige, zijn de mensen in deze tijd van Kali lui, misleid, ongelukkig en bovenal verstoord.

Over het algemeen, o achtenswaardige, zijn de mensen in deze tijd van Kali lui, misleid, ongelukkig, en bovenal verstoord. (Vedabase)

 

Tekst 11

Er zijn zoveel geschriften met evenzoveel voorgeschreven plichten die ieder apart hun aandacht opeisen. O wijze zeg ons daarom wat hiervan naar uw beste weten, voor het heil van alle levende wezens, de essentie is die bevredigend is voor de ziel.

Er zijn zoveel geschriften met evenzoveel voorgeschreven plichten die ieder apart hun aandacht opeisen. O wijze zeg ons daarom wat hiervan naar uw beste weten, voor het heil van alle levende wezens, de essentie is die bevredigend is voor de ziel. (Vedabase)

 

Tekst 12

U bent gezegend Sûta, omdat u weet voor welk doel de Allerhoogste, de beschermer van de toegewijden, verscheen in de schoot van Devakî als de zoon van Vasudeva.

Wees gezegend Sûta, u weet voor welk doel de Allerhoogste, de beschermer der toegewijden, verscheen in de schoot van Devakî als de zoon van Vasudeva. (Vedabase)

 

Tekst 13

O Sûta u zou, zoals de traditie het voorschrijft, ons die er zo naar verlangen moeten vertellen over Zijn incarnatie die er is voor het heil en de bemoediging van alle levende wezens.

O Sûta, u zou ons daarom moeten verheffen, wij die er graag over willen horen, door over Hem te vertellen die nederdaalde voor het heil van alle levende wezens - en over Zijn leringen zoals die werden doorgegeven door voorgaande leraren. (Vedabase)

 

Tekst 14

Verwikkeld in de complicaties van geboorte en dood vinden we zelfs als we er niet geheel met ons verstand bij zijn bevrijding als we de naam van de Heer respecteren die gevreesd wordt door de vrees zelve.

Verwikkeld in de complicaties van geboorte en dood zullen we, zelfs als we niet volledig bewust zijn, bevrijding vinden als we de naam van de Heer respekteren die gevreesd wordt door de vrees zelve. (Vedabase) 

 

Tekst 15

O Sûta, zij die hun toevlucht hebben genomen tot de lotusvoeten van de wijzen die zijn verzonken in toewijding vinden meteen zuivering door eenvoudigweg omgang met ze te hebben, terwijl een dergelijke zuivering met het water van de Ganges alleen maar wordt bereikt als men het cultiveert.

O Sûta, eenvoudig samen zijn in toewijding zal ons direct heiligen, zoals water van de Ganges dat doet maar dan alleen na het te gebruiken. (Vedabase)

 

Tekst 16

Wie die verlangt naar bevrijding zou nu niet liever willen vernemen over de Heer Zijn aanbiddelijke, deugdzame daden en glorie als degene die ons heiligt in het Tijdperk van de Onenigheid [Kali]?

Wie, verlangend naar bevrijding, zou niet liever willen horen van de Heer en Zijn aanbiddelijke deugdzame daden en glorie als degene die ons heiligt in het Tijdperk der Onenigheid [Kali]? (Vedabase)

 

Tekst 17

Vertel ons, volijverige gelovigen, alstublieft over het spel en vermaak van Zijn nederdalen in de tijd.

Hij wordt geroemd door de grote zielen vanwege Zijn transcendentale glorie. Vertel ons, die er zo naar uitzien te geloven, alstublieft over het spel en vermaak van Zijn nederdalen in de tijd. (Vedabase)

 

Tekst 18

O scherpzinnige, beschrijf ons daarom de zegenrijke avonturen en andere wederwaardigheden van de meervoudige incarnaties van de Hoogste Beheerser Zijn persoonlijke energieën.

O scherpzinnige, beschrijf ons daarom de heilbrengende avonturen en andere wederwaardigheden van de meervoudige incarnaties van de Hoogste Beheerser Zijn innerlijk vermogen. (Vedabase)

 

Tekst 19

Wij die de smaak weten te waarderen zijn het nooit moe steeds weer te bidden en te vernemen over de avonturen van de Verheerlijkte die ons telkens weer verrukken.

We zijn het nooit moe te vernemen over de avonturen van de Verheerlijkte en associatie te vinden met Hem, om bij iedere stap die we zetten het appetijtelijke te genieten. (Vedabase)

 

Tekst 20

Vermomd als een menselijk wezen deed Hij met Balarâma [Zijn oudere broer] bovenmenselijke dingen.

Vermomd als een menselijk wezen deed Hij met Balarâma [Zijn oudere broer] bovenmenselijke dingen. (Vedabase)

 

Tekst 21

Wetend van de aanvang van het tijdperk van Kali hebben we ons voor langere tijd hier op deze plek die voor de toegewijden is bestemd verzameld, om offers te brengen en de tijd te nemen om te luisteren naar de verhalen over de Heer.

Wetend van de aanvang van het tijdperk van Kali hebben we ons hier voor langere tijd verzameld op deze plek bestemd voor de toegewijden, om offers te brengen en de tijd te nemen om te luisteren naar de verhalen over de Heer. (Vedabase)

 

Tekst 22

Door de voorzienigheid ontmoetten we uwe goedheid die ons als de kapitein van een schip door dit onoverkomelijke tijdperk van Kali kan loodsen dat zo'n bedreiging vormt voor iemands goede eigenschappen.

Door de voorzienigheid ontmoetten we uwe goedheid om ons als de kapitein van het schip door dit onoverkomelijke tijdperk van Kali te loodsen dat zo'n bedreiging vormt voor de goede eigenschappen. (Vedabase)

 

Tekst 23

Zeg ons bij wie we nu onze toevlucht moeten zoeken, nu de Heer van de Yoga, S'rî Krishna, de Absolute Waarheid en de beschermer van de religie, vertrokken is naar Zijn verblijfplaats."

Zeg ons bij wie we nu onze toevlucht moeten zoeken, nu de Heer van de Yoga, S'rî Krishna, de Absolute Waarheid en de beschermer van de religie, vertrokken is naar Zijn eigen verblijfplaats." (Vedabase)
 

 

 

 

 

 

 

 

Creative Commons License
De tekst en de audio worden aangeboden onder de
Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
Het copyright van de afbeeldingen verschilt afhankelijk van de bron.
De afbeelding is getiteld: "Sages listen to Sûta Gosvâmî in the forest of Naimishâranya'. Bron.
Productie: de Filognostische Associatie van De Orde van de Tijd




 

 

 

 

Feed-back | Links | Downloads | MuziekAfbeeldingen | Wat is er Nieuw? | Zoeken | Donaties